Angstherkenning bij Kinderen met Psychopathische Trekken: De effectiviteit van een computerinterventie op het verbeteren van angstherkenning bij jongens met een hoge mate van Callous-Unemotional Traits in het cluster 4 basisonderwijs.
Summary
INLEIDING: Een hoge mate van Callous-Unemotional traits kan zorgen voor agressief gedrag. Het doel van dit experimentele onderzoek is het testen van de effectiviteit van een impliciete computerinterventie, welke doelt op het verbeteren van angstherkenning bij een klinische groep jongens. Verwacht werd dat de mate van CU-trekken de effectiviteit van de computertaak zou modereren. Ook werd gekeken naar het verband tussen CU-trekken en zelf-gerapporteerde sociale acceptatie.
METHODEN: De klinische groep (N=50) betrof jongens uit het cluster 4 basisonderwijs. De participanten zijn random verdeeld over een experimentele- en een controle groep. De mate van CU-trekken is onderzocht aan de hand van de APSD. De jongens hebben twee dagen achter elkaar een computertaak volbracht waarin zij boze, bange en ambigue gezichten moesten beoordelen.
RESULTATEN: De voormeting liet zien dat de jongens die hoog scoorden op CU trekken zichzelf niet als minder sociaal geaccepteerd beoordelen, daarnaast waren zij niet minder goed in het herkennen van angst op de computertaak. Verder blijkt dat de impliciete computertaak geen significant effect heeft op de angstherkenning. De mate van CU-trekken is geen moderator.
DISCUSSIE: De resultaten zijn onder andere te verklaren door een kleine steekproef. Ook betrof het een korte periode waarin getest is. Vervolgonderzoek zal uitwijzen of de computertaak daadwerkelijk effectief is in het verbeteren van angstherkenning bij kinderen met een hoge mate van CU-trekken.