De Amsterdamse dictatuur: De interactie tussen Provo en de autoriteiten (1965-1967)
Summary
Gedurende de jaren zestig vond er een grote verandering plaats in de Nederlandse samenleving. De babyboomgeneratie die na de Tweede Wereldoorlog geboren was, leefde in een geheel andere maatschappij dan de voorgaande generatie. Dit zorgde ervoor dat jongeren zich vanaf de jaren zestig steeds meer gingen manifesteren als jongeren; er ontstond een generatiekloof. De nozems, pleiners en dijkers waren hier de eerste voorbeelden van. Dankzij het verhoogde schoolniveau breidde deze jongerencultuur zich steeds meer uit tot een meer geschoolde en soms wat oudere jeugd. Provo is hier hét voorbeeld van.
De studenten Roel van Duijn en Rob Stolk besloten halverwege 1965 om het anarchistische tijdschrift Provo te beginnen. Van Duijn en Stolk hadden namelijk kritiek op de hiërarchische manier waarop de maatschappij ingericht was en wilde de autoritaire, ondemocratisch, en soms zelfs fascistische autoriteiten provoceren. Zij wilden de democratie werkelijk democratisch maken. Naast het tijdschrift deden zij dit nog op drie verschillende manieren. Ten eerste deelde de provobeweging de Provokaties uit. Tevens deed Provo vanaf het voorjaar van 1965 actief mee aan de creatieve en ludieke happenings van Robert Jasper Grootveld. En tenslotte provoceerde de provobeweging de autoriteiten niet enkel door hen te bekritiseren maar ook door alternatieve ideeën te lanceren die bepaalde aspecten van de maatschappij moesten gaan veranderen.