Representatie van de Oekraïne crisis in het Jeugdjournaal
Summary
Dit onderzoek richt zich op de representatie van de ‘Oekraïne crisis’ door het
JEUGDJOURNAAL. Het doel van dit onderzoek is het blootleggen van de discursieve
strategieën en elementen die het JEUGDJOURNAAL gebruikt in de mediateksten. De focus
van dit onderzoek ligt op de productie van betekenis door middel van
televisierepresentaties. De kritische discours analyse van Norman Fairclough zal
worden ingezet. Gekeken naar een bredere context richt dit onderzoek zich op de
machtsrelaties tussen politiek, de media en de betekenissen die zij produceren die
vervolgens betrekking hebben op de interpretatie van de kijker over de bepaalde
kwestie. In het wetenschappelijk veld is het onderzoeken van representaties en
discoursen binnen jeugdinformatietelevisie een onderbelicht aspect gebleken. Dit
onderzoek heeft aangetoond hoe het JEUGDJOURNAAL strategieën heeft toegepast in
haar mediateksten waarin rekening is gehouden met een bepaald dominant discours
voor jeugdinformatie televisie. Hieruit blijkt dat het programma een visie heeft over
het publiek en hoe nieuwsberichtgeving gestructureerd moet worden. Het gebruik van
animaties, herhaling, simpel jargon en ‘geruststelling strategieën’ staan hierin centraal.
Ook worden vaak kinderen ingezet in de mediateksten om op een begrijpelijke manier
de impact van de crisis te tonen. Daarnaast heeft het JEUGDJOURNAAL haar mediateksten
gestructureerd volgens politieke structuren en binnen een sociaal-culturele context.
Hierin zijn Rusland en Oekraïne op een genuanceerde en indirecte wijze
gerepresenteerd als ‘de ander’ ten opzichte van Europa. Ook worden imperialistische
en kolonialistische discoursen verwerkt om de superioriteit van Europa aan te kaarten.