Wijzen boven benoemen bij een- en meertalige peuters: de rol van meertaligheid en woordenschat
Summary
Eerder onderzoek toont aan dat eentalige kinderen tussen 2 en 4 jaar bij een conflict tussen wijzen en benoemen gevoeliger zijn voor wijzen (Grassmann & Tomasello, 2010). Het doel van dit onderzoek was tweeledig: (i) onderzoeken of meertalige kinderen, net als eentalige kinderen, ook gevoeliger zijn voor wijzen dan voor benoemen en (ii) onderzoeken of er een relatie is tussen receptieve woordenschat en de reactie van peuters op een conflict tussen wijzen en benoemen. De participanten waren 59 Nederlandstalige en 13 meertalige peuters tussen 2;6 en 4;0 jaar. De reactie op conflicterende verbale (bekende of onbekende woorden) en non-verbale informatie is gemeten met de cue-taak. In deze taak moeten kinderen één voorwerp kiezen uit twee keuzemogelijkheden. Hierbij wordt een conflict gecreëerd tussen het benoemen en aanwijzen van een voorwerp. Receptieve woordenschat werd gemeten met de Peabody Picture Vocabulary Test. De resultaten tonen geen significant verschil tussen de eentalige en meertalige groep in hun reactie op het conflict: beide groepen kozen voornamelijk het aangewezen voorwerp. Na het noemen van bekende woorden bleken meertalige kinderen de aangewezen objecten significant vaker te kiezen dan eentalige kinderen. Eentaligen lijken vaker beide voorwerpen te pakken. Voor beide groepen werd geen significante relatie gevonden tussen receptieve woordenschat en de reactie op conflicterende verbale en non-verbale informatie. Deze resultaten komen deels overeen met de bevindingen van Grassmann en Tomasello (2010) en geven een opzet voor onderzoek naar verschillen tussen één- en meertalige kinderen op het gebied van conflicterende verbale en non-verbale informatie.