Het effect van ineffectief opvoedgedrag op de verandering in externaliserend gedrag van adolescenten: Modererende effecten van persoonlijkheidskenmerken van adolescenten

Abstract

Achtergrond: In huidige onderzoek worden de modererende effecten van de Big Five persoonlijkheidskenmerken van adolescenten op de relatie tussen ineffectief opvoedgedrag (lakse en overreactieve disciplinering) en de verandering in externaliserend probleemgedrag van adolescenten onderzocht. Methoden: Er is gebruik gemaakt van data uit 2007 en 2009 van de Flemish Study on Parenting, Personality, and Development (FSPPD). De steekproef bestond uit 570 adolescenten met een leeftijd van 11-16 jaar bij het eerste meetmoment waarbij ze hun eigen externaliserende probleemgedrag hebben gerapporteerd door middel van de Youth Self Report. Hun ouders en leerkrachten hebben de persoonlijkheid van de adolescenten in 2007 gerapporteerd door middel van de Hierarchical Personality Inventory for Children en moeders en vaders hebben hun eigen overrreactieve en lakse disciplinering beoordeeld door middel van de Parenting Scale. Resultaten: Minder welwillende en meer consciëntieuze adolescenten waren meer gevoelig voor de verandering in externaliserend probleemgedrag wanneer zij blootgesteld zijn aan lakse disciplinering van moeders, maar niet van vaders. Conclusies: Adolescenten met bepaalde persoonlijkheidskenmerken zijn meer gevoelig om externaliserend probleemgedrag te vertonen wanneer zij worden blootgesteld aan bepaalde vormen van ineffectief opvoedgedrag. De bevindingen suggereren dat onderzoek naar de persoonlijkheid van adolescenten belangrijk is voor het identificeren van kwetsbare adolescenten die het risico lopen om externaliserend probleemgedrag te vertonen.