De mediërende rol van exploratiegedrag in het verband tussen motoriek en sociale interactie tussen jonge kinderen en hun omgeving.

Abstract

Uit eerder onderzoek is gebleken dat de overgang naar zelfstandige voortbeweging van jonge kinderen samenhangt met ontwikkelingen op het gebied van exploratiegedrag en sociaal gedrag (Campos et al., 2000). Het doel van dit onderzoek was te onderzoeken of de mate van grove motorische vaardigheden (het kunnen kruipen versus lopen) een voorspellende factor is voor de mate van sociale interactie tussen het kind en zijn omgeving op een leeftijd van 14 maanden. Daarnaast werd bekeken of dit verband werd gemedieerd door de mate van exploratiegedrag. Bij 42 kinderen werd op een leeftijd van 14 maanden de mate van exploratiegedrag en sociale interactie bekeken in een vrijspelsituatie met klein speelgoed in een laboratorium. Het aantal weken kruip- en loopervaring werd gemeten aan de hand van een motorische mijlpalen vragenlijst ingevuld door ouders vanaf een leeftijd van 10 maanden. De resultaten laten zien dat het bereiken van de motorische mijlpaal lopen geen voorspellende factor is voor de mate van sociale interactie. Er werd wel een significant negatief verband gevonden tussen de mate van exploratiegedrag en sociale interactie. In tegenstelling tot wat in de hypothese werd gesteld, speelde exploratiegedrag geen mediërende rol in het verband tussen de mate van motorische vaardigheden en sociale interactie bij jonge kinderen van 14 maanden.