Een onderzoek met behulp van eye-tracking naar de invloed van taalachtergrond, rekenvaardigheid en werkgeheugen op de kijktijd naar illustraties in het rekenonderwijs
Summary
In het realistisch rekenonderwijs in Nederland wordt getracht rekenopgaven te verbinden aan betekenisvolle context. Illustraties worden bij de rekenopgave toegevoegd met de bedoeling om het rekenen te vergemakkelijken. Uit voorgaand onderzoek blijkt echter ook dat illustraties kunnen resulteren in een overbelasting van het werkgeheugen. Met name leerlingen met het Nederlands als tweede taal (NT2) zouden meer last dan gemak van illustraties kunnen hebben. In dit onderzoek wordt gekeken in hoeverre een verschil bestaat tussen NT1-leerlingen en NT2-leerlingen uit groep 6 van het basisonderwijs in de mate waarin ze kijken naar een behulpzame en tegenstrijdige illustratie. Ook de eventuele invloed van de rekenvaardigheid en het werkgeheugen worden onderzocht. In totaal zijn 70 groep 6 leerlingen met behulp van een eye-tracker onderzocht. Uit de resultaten blijkt dat de verschillen tussen de groepen NT1-leerlingen en NT2-leerlingen niet significant zijn. De variabelen taalachtergrond, rekenvaardigheid en werkgeheugen zijn geen significante voorspeller voor de kijktijd naar een behulpzame illustratie. Rekenvaardigheid lijkt samen te hangen met de kijktijd naar een tegenstrijdig plaatje. In de analyses wordt bevestigd dat een samenhang bestaat tussen rekenvaardigheid en werkgeheugencapaciteit. De resultaten worden bediscussieerd en suggesties voor toekomstig onderzoek worden gegeven. Meer onderzoek naar de verschillen tussen NT1-leerlingen en NT2-leerlingen kan definitievere uitspraken opleveren.