Show simple item record

dc.rights.licenseCC-BY-NC-ND
dc.contributor.advisorClaassen, R.
dc.contributor.authorGelder, M. van
dc.date.accessioned2015-02-19T18:01:08Z
dc.date.available2015-02-19T18:01:08Z
dc.date.issued2015
dc.identifier.urihttps://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/19420
dc.description.abstractWij leven in een democratie. In deze samenlevingsvorm is iedere burger gelijkwaardig en heeft iedere burger een stem. Als democratie in onze samenleving het uitgangspunt is, waarom is er dan binnen organisaties geen sprake van democratie? (Dahl, 1985) (Malleson, 2014) (Engelen, 2000) (Gaus, 2011). De promotie van de moderne staat en de bureaucratische organisatie gaan terug naar het gedachtegoed over arbeidsdeling van Adam Smith, zoals hij dat heeft beschreven in de The Wealth of Nations (Smith, 1976). Hoewel het idee van Smith gedateerd is, is de bureaucratische organisatie nog steeds een veelgebruikte inrichtingsvorm van organisaties (Morgan, 1997). Deze zakelijke en efficiënte organisatievorm wordt gekenmerkt door veel regels enerzijds, en het stabiele en voorspelbare karakter anderzijds. De Amerikaanse socioloog George Ritzer (geïnspireerd door Max Weber) spreekt over de ‘McDonaldisering’ (Ritzer, 2004). Hij doelt daarmee op de rationele wijze van organiseren met kenmerken als: efficiëntie, voorspelbaarheid, beheersbaarheid, en berekenbaarheid. Een verdere verfijning in het efficiënt organiseren is geleverd door Frederick Taylor (Taylor, 1911), de grondlegger van de wetenschappelijke methode. Deze methode bestaat uit een analyse van arbeidsprocessen. Het doel is om een maximale efficiëntie en beheersbaarheid van het arbeidsgedrag rondom deze arbeidsprocessen te realiseren. De voorgestelde aanpassing in het arbeidsgedrag leidt tot arbeidstaakstructuren die gekenmerkt worden door het fragmenteren van de taken en een maximaal technische arbeidsdeling. Taylor ziet daarbij de mens als een hulpstuk van industriële machines. Veel organisaties zijn nog steeds Tayloristisch (niet democratisch) georganiseerd. De vraag die ik wil beantwoorden is, of economische democratie binnen een onderneming verdedigbaar is. Dit ga ik doen door de ideeën over economische democratie van de filosofen Dahl, McMahon en Engelen met elkaar te vergelijken. De beantwoording van deze vraag heb ik opgedeeld in twee delen. In het eerste deel (hoofdstuk 2) ga ik in op de vraag: wat is economische democratie? Ik sta stil bij de begrippen economie en democratie en kader de begrippen af. Daarna exposeer ik de theorieën van Dahl, McMahon en Engelen en werk ik de centrale begrippen van deze theorieën uit. Tot slot reflecteer ik op hun onderlinge samenhang. In het tweede deel (hoofdstuk 3) ga ik de vraag beantwoorden: waarom is economische democratie goed? Ik begin met het uitwerken van de morele fundering van democratie. Vanuit dit kader analyseer ik de theorieën van Dahl, McMahon en Engelen. Tot slot volgt mijn conclusie (hoofdstuk 4) door antwoord te geven op de vraag of democratie binnen de onderneming verdedigbaar is.
dc.description.sponsorshipUtrecht University
dc.format.extent84801
dc.format.mimetypeapplication/zip
dc.language.isonl
dc.titleZeggenschap als doel en middel
dc.type.contentBachelor Thesis
dc.rights.accessrightsOpen Access
dc.subject.keywordseconomische democratie, democratie, ondernemingen, bedrijfsleven, bedrijven, organisaties, dahl, engelen, mcmahon
dc.subject.courseuuWijsbegeerte


Files in this item

Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record