"Je moet op spelling leten" - Een onderzoek naar de relatie tussen schrijfkennis en schrijfvaardigheid van leerlingen uit groep acht en de invloed van geslacht op deze relatie
Summary
Met dit onderzoek is getracht de relatie tussen schrijfkennis en schrijfvaardigheid van basisschoolleerlingen uit groep acht in kaart te brengen. Daarbij is gekeken naar het verschil in die relatie bij jongens en meisjes. Zoals de procesgerichte schrijfdidactiek veronderstelt, blijkt er inderdaad sprake te zijn van een relatie tussen schrijfkennis en schrijfvaardigheid. De hoeveelheid schrijfkennis die een leerling bezit houdt verband met zijn of haar schrijfvaardigheid, blijkt uit dit onderzoek. Leerlingen met meer schrijfkennis hebben een betere schrijfvaardigheid. Ook de soort schrijfkennis die een leerling bezit blijkt van invloed te zijn op zijn of haar schrijfvaardigheid. Zo blijken leerlingen – zowel jongens als meisjes – met kennis over het schrijfproduct een betere schrijfvaardigheid te hebben. De procesgerichte didactiek acht juist schrijfproceskennis de belangrijkste kennis voor een goede schrijfvaardigheid. Voor meisjes blijkt schrijfproceskennis en taalconventiekennis echter ook verband te houden met schrijfvaardigheid. Bij jongens is dit niet het geval en houdt alleen schrijfproductkennis verband met schrijfvaardigheid. De aanname van de procesgerichte didactiek over schrijfproceskennis is dus slechts gedeeltelijk ondersteund: het blijkt alleen te gelden voor meisjes en product- en taalconventiekennis zijn minstens even belangrijke kennissoorten voor een betere schrijfvaardigheid. De relatie tussen schrijfkennis en schrijfvaardigheid blijkt dus verschillend voor jongens en voor meisjes. Verder toonde het onderzoek aan dat leerlingen het meeste beschikken over taalconventiekennis en het minste over schrijfproceskennis.