Versperren moeilijke woorden de weg naar tekstbegrip? Een experimenteel onderzoek naar de invloed van woordmoeilijkheid op het tekstbegrip van 4-havo-leerlingen
Summary
Gedurende de periode dat een kind op de basisschool zit, wordt er aandacht besteed aan het leren lezen. Wanneer kinderen vervolgens naar de middelbare school gaan, wordt er van hen verwacht dat ze deze vaardigheid goed beheersen. Bij elk vak moeten leerlingen namelijk teksten lezen om zo hun kennis op dat vakgebied te vergroten. Het moet dan niet zo zijn dat er factoren zijn die het begrip van de tekst in de weg staan. Eén van deze factoren zou woordmoeilijkheid kunnen zijn. In dit onderzoek wordt er daarom gekeken of een tekst met moeilijke worden minder goed te begrijpen is dan een tekst met makkelijke woorden. De hoofdvraag die centraal staat in het onderzoek, luidt: Welk effect heeft woordmoeilijkheid in een educatieve tekst op het tekstbegrip van 4-havo-leerlingen? De tekst die gebruikt wordt, is daarom op lexicaal niveau gemanipuleerd. Zo ontstond er een versie met makkelijke woorden en een met moeilijke woorden. Om het tekstbegrip te meten zijn er twee methodes gebruikt, namelijk een clozetoets en een sorteertaak. Er namen 98 4-havo-leerlingen deel aan het onderzoek. Zij maakten een woordenschattoets en vervolgens de clozetoets óf de sorteertaak. Uit de resultaten blijkt er geen verschil was tussen de versie met makkelijke woorden en de versie met moeilijke woorden. Dit betekent dus dat woordmoeilijkheid in een educatieve tekst geen effect heeft op het tekstbegrip van 4-havo-leerlingen.