Jean-Jacques Rousseau: De verzoening van vrijheid en (staats-)autoriteit

Abstract

Rousseau stelt zich ten doel een politieke theorie te ontwikkelen die de basis legt voor legitieme autoriteit. In deze tekst staat de mogelijkheid van deze ‘verzoeningsthese’ centraal: Is het mogelijk om politieke autoriteit en individuele vrijheid te verzoenen en lukt het Rousseau om dit doel te bereiken. Om politieke autoriteit en individuele vrijheid met elkaar te verzoenen is het noodzakelijk om nader te kijken naar de noties van autoriteit en vrijheid die Rousseau in deze zoektocht voor ogen heeft. Om dit te kunnen doen is het in eerste instantie van belang om het contract te reconstrueren en te kijken welke rol vrijheid en autoriteit hierin spelen, hier zal het eerste deel van de tekst zich op richten. Om de verzoening mogelijk te maken is het belangrijk om het contract te interpreteren. Dit zullen we doen aan de hand van verschillende noties van vrijheid die in het hedendaagse vrijheidsdebat gangbaar zijn. Hier zal republikeinse vrijheid een grote rol spelen in het verklaren van de vrijheid die Rousseau voor ogen heeft. Tenslotte volgt hierop de verzoeningsthese waarin gekeken wordt naar de mogelijkheid om politieke autoriteit, als soevereiniteit, te verzoenen met de individuele, republikeinse, vrijheid van allen en of Rousseau hier in zijn poging om de principes van het politieke recht vast te stellen, in slaagt