Factorstructuur en betrouwbaarheid van de Young Parenting Inventory
Summary
De Young Parenting Inventory (YPI; Young, 1999b) is gericht op het in kaart brengen van de ervaren opvoeding tijdens de kindertijd en adolescentie. Het doel van deze studie was de interne validiteit van de YPI in een klinische steekproef te onderzoeken: zowel de factorstructuur als de betrouwbaarheid van de gevonden factoren werd geanalyseerd. Uitgaande van de theorie van Young werd een factorstructuur met 17 factoren verwacht. Een alternatieve hypothese was dat de factorstructuur, bestaande uit 9 factoren, zoals gevonden in Sheffield, Waller, Emanuelli, Murray en Meyer (2005) werd gerepliceerd. Er hebben aan dit onderzoek 278 participanten met persoonlijkheidspathologie en comorbide as I problematiek deelgenomen. Uit de factoranalyse bleek een structuur met 7 onderliggende factoren, tezamen 45 items, de beste passing op te leveren. De componenten van iedere factor hadden een theoretisch logische samenhang. Er kon geen evidentie worden gevonden voor de oorspronkelijke en op basis van theorie voorgestelde 17 factoren. Ook de alternatieve hypothese met 9 factoren werd verworpen. De 7 gevonden factoren hadden een redelijke tot sterke interne consistentie. Er kan geconcludeerd worden dat de YPI met 7 factoren over een goede interne validiteit beschikt.