Ratio of emotie, een grijs gebied?
Summary
Uit Europees onderzoek blijkt dat etnisch profileren voorkomt, een verschijnsel waarbij de politie onderscheid maakt in het handelen op basis van etniciteit. Dit onderzoek heeft de rol van de politie bij het etnisch profileren in kaart gebracht en gestreefd verklarende factoren te vinden. Hierbij is gekeken naar de politie op meerdere niveaus zoals het politiebeleid en de wijkagenten, waarbij de mogelijke discrepantie is onderzocht. Een kwalitatieve analyse is verricht waarbij zestien open interviews zijn afgenomen, enerzijds met beleidsmedewerkers van de politie en anderzijds met wijkagenten, beide groepen werkzaam bij het politiekorps Rotterdam-Rijnmond. Vanuit de theorie wordt gesteld dat zowel positieve als negatieve ervaringen en stereotype beelden van invloed kunnen zijn op het handelen van politieagenten. Geconcludeerd wordt dat deze factoren inderdaad van invloed te zijn, maar hierbij vormt ‘beeldvorming’ over groepen een mediërende rol. Deze beeldvorming kan vervolgens tot bepaald gedrag leiden, zoals etnisch profileren. Dit is echter afhankelijk van de individuele bewustwording, de eigen etnische afkomst en de invloed van collega’s. Tevens biedt de politieorganisatie ruimte voor selectiviteit, met haar hiërarchische structuur waarbij politieagenten discretionaire bevoegdheden hebben en risico-inschattingen verrichten.