Automimesis in de theorie en praktijk van Leonardo da Vinci. Over de relatie tussen de theorie en de praktijk van Leonardo da Vinci, toegespitst op het onderwerp automimesis.
Summary
In dit paper wordt onderzocht hoe de beroemde kunstenaar Leonardo da Vinci het fenomeen ‘elke schilder schildert zichzelf’, tegenwoordig beter bekend als automimesis, in zijn theorie behandelde en hoe deze opvattingen zich verhouden tot zijn werk. Over automimesis in relatie tot Leonardo is relatief weinig geschreven (zeker als men kijkt naar het gehele scala aan literatuur over Leonardo). De voornaamste artikelen over dit onderwerp zijn geschreven door Martin Kemp, Ernst Gombrich en Frank Zöllner. Deze auteurs en hun beschouwingen over het onderwerp vormen het uitgangspunt voor dit paper. Daarnaast wordt onderzocht hoe het begrip automimesis, zoals door Zöllner beschreven, zich tot zowel Leonardo’s theorie als zijn praktijk verhoudt.
Om tot een beter begrip van het fenomeen ‘elke schilder schildert zichzelf’ te komen, zal eerst in het kort de historische context ervan besproken worden. Daarna zal gekeken worden naar de manier waarop Leonardo ‘elke schilder schildert zichzelf’ in zijn notities behandelde. Vervolgens zullen deze notities vergeleken worden met de praktijk; eerst worden Leonardo’s typen beschouwd, en vervolgens zijn vermeende zelfportretten. Ook wordt onderzocht of er vormen van persoonlijke expressie in Leonardo’s tekeningen (zoals in hoofdstuk 1 te lezen is, ook een deel van automimesis) terug te vinden zijn.