Show simple item record

dc.rights.licenseCC-BY-NC-ND
dc.contributor.advisorHijweege-Smeets, N M
dc.contributor.authorSlootweg, K.M.
dc.date.accessioned2014-10-22T17:01:01Z
dc.date.available2014-10-22T17:01:01Z
dc.date.issued2014
dc.identifier.urihttps://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/18696
dc.description.abstractTe midden van een weinig prescriptieve samenleving is het richting kunnen geven aan je leven iets wat zwaar leunt op eigenheid en zelfkennis. Maar hoe leert men zichzelf kennen? Hoe werkt dat kennen van het zelf? Hoe kan men dat bevorderen? Hoe komt dat dan? Dit ligt op het snijvlak tussen samenleving en individu. Dit wordt geanalyseerd aan de hand van de lijnen van de semiotiek van die Peirce en Wiley uitzetten. Peirce’s analyse van het zelf vindt plaats in de triade van het semiotisch object, het bemiddelende teken en betekeniseffect. Wiley heeft het gedachtegoed van de semiotiek toegepast in de ’me-I-you’-structuur, waarmee hij de dynamiek weergeeft van de innerlijke dialoog die tot ontwikkeling van het individu leidt. Deze semiotische visie op het zelf wordt verbonden met het model van zingeving en spiritualiteit van Berghuijs. De dynamische benadering die zij voorstaat en die zij uitdrukt in haar model sluit goed aan bij het karakter van de semiotiek. De combinatie van de semiotiek met het model van Berghuijs heeft twee belangrijke consequenties. De eerste is dat levensbeschouwing binnen de semiotiek (en binnen de pragmatische filosofie) datgene is wat spreekt uit ons waarnemen en daaruit voortvloeiend, ons handelen. De tweede consequentie concentreert zich rondom autonomie; deze krijgt bij haar meer ruimte. Deze activerende aanvulling op het semiotische model, kan mijns inziens inzicht geven in de zingevende processen, waarvan het ervaren van identiteitskracht aan de fundamenten ligt. Zingeving is gebaat bij een grote mate van herinnering van de persoonlijke geschiedenis. Er is daarbij sprake van een wederzijdse beïnvloeding tussen de biografische zelven, semantische zelven en identiteitskracht. Hoe (goed) een mens zichzelf herinnert - biografische en semantische zelfkennis -, bepaalt hoe sterk de identiteitskracht is. Maar daarnaast ook: Hoe sterker de identiteitskracht is, hoe meer men zich herinnert. Dit ondersteunt de veronderstelde semiotische dynamiek van het zelf. Objecten, voorvallen, worden bemiddeld door een teken, een condensatie, van die gebeurtenis. Deze condensaties worden deel van hoe iemand zichzelf ziet als geheel. Het hebben van een helder beeld van wie men is, maakt het terughalen van die condensaties makkelijker. Door het samen brengen van de drie modellen ontstaat een theoretisch model dat recht doet aan: - hoe men het zelf ziet - hoe men het zelf actief kan vormgeven - en het nut van bewustwording en het ingrijpen in die processen waarmee het zelf tot stand komt, empirisch onderbouwt. Hiermee ontstaat een bleed van hoe zelfkennis tot stand komt, hoe zelfkennis werkt en welke bijdrage bewuste omgang hiermee kan hebben voor de ervaring van zin.
dc.description.sponsorshipUtrecht University
dc.format.extent599115
dc.format.mimetypeapplication/zip
dc.language.isonl
dc.titleIdentiteit, zelf en herinnering Semiotische zelfkennis
dc.type.contentBachelor Thesis
dc.rights.accessrightsOpen Access
dc.subject.keywordsSemotiek, zelfbeeld, zelf, zingeving, spiritualiteit, zelfkennis, zelfbeeld, identiteitskracht, biografische identiteit, semantische identiteit, semiotische identiteit, Peirce, Berhuijs, Bugental.
dc.subject.courseuuReligiewetenschappen


Files in this item

Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record