Fiif, Vier, Trije, Twee, Ien…; Verslag van een Empirisch Onderzoek naar de Relatie Tussen het Verbale Werkgeheugen en de Receptieve Woordenschat van Fries-Nederlandse Kinderen
Summary
In deze scriptie worden receptieve woordenschat en verbaal werkgeheugen bij 113 tweetalige Fries-Nederlandse kinderen tussen de vijf en zes jaar onderzocht. Met behulp van twee versies van een Peabody Picture Vocabulary Test (PPVT), een Nederlandse en een Friese, en een digit span taak is er gekeken of er correlaties zijn tussen deze taken bij Fries-Nederlandse kinderen. Hierbij zijn ook de IQ-scores, de SES van de ouders van de kinderen en variabelen als geslacht en leeftijd meegenomen in het onderzoek. Het onderzoek van deze scriptie maakt deel uit van het promotieonderzoek van Evelyn Bosma. Zij richt zich in haar onderzoek op de mate van tweetaligheid die nodig is om daadwerkelijk cognitieve voordelen van tweetaligheid te ondervinden.
Uit het onderzoek van deze scriptie is gebleken dat er verschillende significante correlaties zijn tussen de digit span, het verbale werkgeheugen, en de receptieve woordenschat van de 113 participanten, onafhankelijk van leeftijd en IQ-scores. Ook zijn er significante correlaties gevonden tussen ‘Corrected Bilingual Proficiency’ (CBP) of ‘mate van tweetaligheid’ en de digit span. Het blijft echter de vraag of dit met een tweetaligheidseffect te maken heeft, aangezien ook voor de afzonderlijke PPVT’s correlaties gevonden zijn.