Dekolonisatie met een zwart randje: een onderzoek naar de economische afhankelijkheid van de olieraffinaderij op Curaçao
Summary
In 2010 bood Nederland haar hulp aan Amerika om de olieramp in de golf van Mexico, dat door een ontploffing op het boorplatform ‘Deepwater Horizon’ was veroorzaakt, op te ruimen. In dit essay wordt duidelijk gemaakt dat Nederland in haar eigen Koninkrijk, namelijk op Curaçao, juist een milieuramp door de vingers ziet. De Isla-raffinaderij die sinds 1915 gevestigd is op het eiland stoot tot op de dag van vandaag gevaarlijke gassen uit en er lekt olie in het water. Beide vormen een gevaar voor de bevolking. In dit essay wordt de vraag gesteld hoe het komt dat deze raffinaderij nog steeds actief is?
Om deze vraag te kunnen beantwoorden is dit essay in drie gedeeltes opgedeeld. In het eerste gedeelte wordt de economische afhankelijkheid van Curaçao van de raffinaderij uiteengezet. Vervolgens wordt in het tweede gedeelte de (koloniale) politieke verhoudingen tussen Nederland en Curaçao in kaart gebracht. Uiteindelijk wordt aan de hand van primaire bronnen in het derde gedeelte een historisch overzicht gemaakt hoe de Eerst en Tweede Kamer van de Nederlandse regering zich opstellen ten opzichte van de raffinaderij op Curaçao. Duidelijk wordt dat de raffinaderij door de koloniale verbanden min of meer is opgedrongen. Door de mono-economie die is ontstaan, is Curaçao afhankelijk geworden van één inkomstenbron en is dus nog steeds afhankelijk van de raffinaderij. Na het vertrek van Shell in 1985 verloor Nederland haar interesse in de raffinaderij en wilde een proces van dekolonisatie versnellen. Uiteindelijk is Curaçao onderdeel gebleven van het Koninkrijk van Nederland en vormt sinds 2010 een zelfstandig land hier binnen. Door deze zelfstandigheid ziet de Nederlandse regering de mogelijkheid om de milieuproblemen die de raffinaderij veroorzaakt onder de verantwoordelijkheid van Curaçao te scharen. Geconcludeerd kan worden dat de raffinaderij er kan blijven staan omdat noch de Curaçaose regering, noch de Nederlandse regering haar verantwoordelijkheid neemt om deze milieuramp aan te pakken.