Effecten van zorgdierteambezoeken en reguliere activiteiten op het welzijn van gerontopsychiatrische patiënten.
Summary
Door de steeds groter wordende groep ouderen is het financieel en maatschappelijk aantrekkelijk onderzoek te doen naar hoe het welzijn van ouderen verbeterd kan worden, zodat ouderen langer zelfstandig kunnen functioneren. Verschillende theorieën waaronder de activiteitentheorie (Longino & Kart, 1972; Deelman et al., 1999) en de ‘Use it or lose it’ theorie (Deelman et al., 1999) hebben dit vanuit verschillende kanten bekeken. In dit onderzoek wordt onderzocht of dierondersteunende activiteiten en vijf reguliere activiteiten een bijdrage
leveren aan het welbevinden van 22 gerontopsychiatrische bewoners.
De patiënt verbeteren op depressie (gemeten met de MADRS), maar niet op alledaags functioneren (gemeten met ADL) en subjectief welbevinden (gemeten met 6 VAS schalen). Activiteiten verschillen onderling niet in de tijd als gekeken wordt naar subjectief welbevinden per persoon (gemeten met één VAS schaal) en sociale gedragingen (gemeten met de gedragingenlijst). Activiteiten verschillen echter niet als gekeken wordt naar gemiddeld subjectief welbevinden. Tijdens de muziekactiviteit en het zorgdier bezoek vonden gemiddeld meer
positieve sociale gedragingen plaats.
Uit kwalitatieve gegevens bleken omgeving, motivatie en structuur vanuit de instelling, opzet van de activiteiten,
invloeden van anderen en invloed van opname op een afdeling invloed te hebben op de participanten.
Ondanks dat de onderzoeksgroep te klein is en de looptijd te kort om de resultaten door te trekken naar de algehele bevolking, kan dit onderzoek gezien worden als pilot studie voor vervolgonderzoek.