View Item 
        •   Utrecht University Student Theses Repository Home
        • UU Theses Repository
        • Theses
        • View Item
        •   Utrecht University Student Theses Repository Home
        • UU Theses Repository
        • Theses
        • View Item
        JavaScript is disabled for your browser. Some features of this site may not work without it.

        Browse

        All of UU Student Theses RepositoryBy Issue DateAuthorsTitlesSubjectsThis CollectionBy Issue DateAuthorsTitlesSubjects

        Is de gegeneraliseerde angststoornis een extreme variant van de persoonlijkheidstrek neuroticisme? Een vergelijking tussen de gegeneraliseerde angststoornis en andere angststoornissen in mate van neuroticisme

        Thumbnail
        View/Open
        Masterthesis L. de Waard .pdf (413.2Kb)
        Publication date
        2014
        Author
        Waard, L. de
        Metadata
        Show full item record
        Summary
        Abstract/samenvatting Recentelijk onderzoek wijst op een relatie tussen de gegeneraliseerde angststoornis (GAS) en de persoonlijkheidstrek neuroticisme (Hale, Klimstra & Meeus, 2010). Daarom rijst de vraag of GAS niet beter te bevatten is als onderdeel van de persoonlijkheidstrek neuroticisme in plaats van als AS-I angststoornis. Dit betekent dat de relatie tussen GAS en neuroticisme anders is dan de relatie tussen de andere angststoornissen en neuroticisme. De centrale vraag van het huidige onderzoek is dan ook: is GAS (in vergelijking tot de andere angststoornissen) de extreme variant van de persoonlijkheidstrek neuroticisme? 492 patiënten die behandeling zochten voor hun klachten van angstigheid, hebben de Structured Clinical Interview for DSM-IV Axis Disorders (SCID-I) en de Positieve Affect and Negative Affect Scales (PANAS) ingevuld om respectievelijk de angststoornis vast te stellen en het niveau van neuroticisme. Uit een 2 x 2 Anova bleek geen hoofdeffect voor GAS (de neuroticisme scores van patiënten met GAS verschilden niet van de neuroticisme score van patiënten met een andere angststoornis), maar er werd wel een hoofdeffect voor comorbiditeit gevonden ( patiënten met comorbidie angststoornissen hadden hogere neuroticisme scores dan de patiënten met een enkelvoudige angststoornis). De conclusie van het onderzoek luidt dat GAS geen exclusieve en geen extreme variant van neuroticisme is (in vergelijking met de andere angststoornissen). Daarom kan de relatie tussen GAS en neuroticisme geen verklaring zijn voor het verschil in behandelsucces tussen GAS en de andere angststoornissen. Comorbiditeit blijkt uit het onderzoek wel degelijk een belangrijke factor en er wordt dan ook aangeraden om bij vervolg onderzoek aandacht te besteden aan comorbide stoornissen.
        URI
        https://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/18001
        Collections
        • Theses
        Utrecht university logo