‘Sy hebben met branden, smoren Veel gedoot om des Heeren woort’ Een onderzoek naar de beeldvorming van mannelijke en vrouwelijke doopsgezinde martelaars in martelaarsliederen.
Summary
In dit onderzoek heb ik de verschillende wijze waarop mannelijke en vrouwelijke martelaars worden bezongen in doopsgezinde martelaarsliederen bestudeerd. Deze liederen droegen bij aan de herinneringscultus rondom doopsgezinde martelaars en boden impressies van ideale voorbeelden van vrome doopsgezinde martelaars aan overgebleven doopsgezinden. Ik heb gekeken of de wijze waarop mannelijke martelaars bezongen worden verschilt van de wijze waarop vrouwelijke martelaars bezongen worden en bezien hoe deze wijzen de manier beïnvloedt waarop mannelijke en vrouwelijke martelaars worden herinnerd in de doopsgezinde gemeenschap. Mijn corpus bestond uit 45 liederen, die ik op basis van een aantal typisch mannelijke en vrouwelijke eigenschappen heb geanalyseerd. Daarnaast heb ik gekeken naar de voorbeeldfunctie die martelaars vervulden en de rol van de stereotypering van katholieken in de liederen bekeken. Uit het onderzoek blijkt dat mannelijke en vrouwelijke martelaars op verschillende wijze bezongen worden en mannelijke martelaars een positiever voorbeeld zijn dan vrouwelijke martelaars. Middels de subtiele afkeuring van het vrouwelijk martelaarschap in de martelaarsliederen werden de patriarchale verhoudingen in de doopsgezinde gemeenschap in stand gehouden.