Show simple item record

dc.rights.licenseCC-BY-NC-ND
dc.contributor.advisorStevens, S.
dc.contributor.authorMeer, C. van der
dc.date.accessioned2014-08-09T17:00:30Z
dc.date.available2014-08-09T17:00:30Z
dc.date.issued2014
dc.identifier.urihttps://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/17576
dc.description.abstract‘Sommige keizers deden het anders en gedroegen zich als absolute despoten, zoals bijvoorbeeld Nero. Nero, zoon van Agrippina en adoptiefzoon van Claudius regeerde van 54 tot 68 na Chr. Hij had weinig verstand van militaire en financiële zaken en liet de regering over aan dienaren en gunstelingen. Zelf hield hij zich liever bezig met muziek. Hij dweepte met alle uitingen van Griekse cultuur.’1 Dit was het eerste stuk tekst dat ik over Nero las toen ik net begon met de opleiding geschiedenis aan de Universiteit van Utrecht. Het handboek van de cursus Introductie van de Oudheid was niet bepaald positief over de opvolger van Claudius en besteedt, buiten het citaat hierboven, ook niet veel aandacht aan hem. Ondanks het feit dat dit slechts een inleidend boek is, is dit een gemiste kans, want Nero is als historisch figuur erg interessant. Als keizer wordt Nero vaak gezien als het schoolvoorbeeld van een mislukte heerser. Zijn fanatieke Christenvervolgingen, passie voor Griekse cultuur en vermeende moorden hebben zijn imago niet veel goeds gedaan. Ook wordt hij beschuldigd van incest en het in brand steken van Rome in 64 na Chr. om uit de as een van de grootste gebouwen ooit in Rome te laten herrijzen: zijn domus aurea (gouden huis). Een gigantisch (deels verguld, vandaar de naam) gebouw dat zo’n 80 hectare besloeg en zich bevond tussen de Palatijn, Esquilijn en Coelius.2 Dit bouwproject schoot bij veel Romeinen in het verkeerde keelgat en zijn populariteit nam steeds verder af. Tegenwoordig roept alleen de naam Nero al een negatieve associatie op. Dit negatieve beeld is voornamelijk gebaseerd op drie klassieke auteurs: Suetonius, Tacitus en Cassius Dio.3 De betrouwbaarheid van deze bronnen is echter zeer discutabel en moeten daarom niet zomaar voor waarheid aangenomen worden. Maar het heersende negatieve beeld van de keizer is ook gecreëerd door meer moderne beschrijvingen van de keizer, waaronder een aantal verfilmingen. De meest in het oog springende versies zijn de films ‘Quo Vadis’ (met de tagline ‘Nero sings while Rome burns’, verwijzend naar de grote brand van 64) uit 1913 (zie afbeelding 1). En ook de wat meer moderne film: Nerone e Poppea uit 1982 (in Duitsland uitgebracht onder de titel: Nero und die Huren des Römischen Reiches, zie afbeelding 2) zorgde voor een negatieve beeldvorming van Nero. Een andere negatieve associatie die de naam van de keizer oproept is te vinden in 1 L. de Blois, Een kennismaking met de Oude Wereld (Bussum, 2010) 230. 2 H. Scullard, From the Gracchi to Nero (New York, 2013) 476. 3 Edward Champlin, Nero (Londen, 2003) 37. 4 Nazi-Duitsland. Op 19 maart 1945 vaardigde Hitler het zogenaamde Nero-bevel uit toen duidelijk werd dat Duitsland de oorlog niet zou gaan winnen. Dit hield in dat alles met enige economische, culturele of militaire waarde voor de geallieerden vernietigd werd. Men moet hierbij denken aan spoorwegen en bruggen, maar ook kunst die de Nazi’s hadden gestolen uit heel Europa. Hier werd Nero dus wederom gekoppeld aan vernietiging, net zoals tijdens de brand van 64 in Rome. De gekleurde primaire en ook secundaire bronnen roepen bij mij de vraag op: in hoeverre klopt het negatieve beeld dat wij vandaag de dag van keizer Nero hebben? Deze vraag zal de spil zijn van dit essay en dit zal onderverdeeld worden in drie hoofdstukken. In het eerste hoofdstuk vraag ik me af wat voor beeld we vandaag de dag van Nero hebben. Waar wordt de keizer van beschuldigd? In dit hoofdstuk zal ik een chronologische volgorde geven van de vermeende slechte daden van de keizer. Hierdoor is dit hoofdstuk voornamelijk erg beschrijvend. In de laatste paragraaf van dit hoofdstuk zal ik echter ook bronnenkritiek geven, aangezien ik voornamelijk gebruik zal gaan maken van de drie primaire auteurs: Suetonius, Tacitus en Cassius Dio en de betrouwbaarheid van deze bronnen zeer discutabel is. In het tweede hoofdstuk zal ik me bezighouden met de term quinquennium Neronis, een term bedacht door Trajanus waarin hij verwees naar de eerste vijf jaar van de keizer. Deze vijf jaren zouden een gouden periode geweest zijn voor Rome. Maar in hoeverre is er sprake van dit quinquennium? En welke daden zorgden voor deze gouden jaren? Om hierachter te komen zal ik gebruik gaan maken van primaire bronnen zoals munten en archeologische resten zoals bijvoorbeeld de resten van de domus aurea. Ook de drie klassieke auteurs zullen voorbij komen, maar ik zal voornamelijk gebruik maken van secundaire literatuur. Mijn derde hoofdstuk zal bestaan uit een discussie die volgt na de eerste twee hoofdstukken. Ik verwacht dat er verschillen te vinden zijn tussen de beschuldigingen van Nero en wat er daadwerkelijk gebeurd is. Daarom zal ik me in dit hoofdstuk bezighouden met de vraag waarom het negatieve beeld van Nero zo dominant is. En waar is dit beeld voornamelijk op gebaseerd (of door beïnvloed)? Ook Edward Champlin stelt deze vraag in zijn boek over Nero en daarom zal ik zijn werk ook veel gaan gebruiken in dit hoofdstuk. Door bepaalde acties van Nero te contextualiseren hoop ik een wat meer genuanceerd beeld van de keizer te krijgen.
dc.description.sponsorshipUtrecht University
dc.format.extent892106
dc.format.mimetypeapplication/pdf
dc.language.isonl
dc.titleNero: het einde van een dynastie
dc.type.contentBachelor Thesis
dc.rights.accessrightsOpen Access
dc.subject.keywordsNero, Oudheid, Rome, Imago, Suetonius, Tacitus, Cassius Dio
dc.subject.courseuuGeschiedenis


Files in this item

Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record