De Relatie tussen Lage Zelfcontrole en Delinquent Gedrag van Adolescenten: De Mediërende Rol van Ervaren Druk van Vrienden
Summary
Volgens de General Theory of Crime van Gottfredson en Hirschi (1990) leidt een lage zelfcontrole tot delinquent gedrag. De theorie wordt empirisch ondersteund, echter wordt er geen aandacht besteed aan het onderliggende proces die deze relatie verklaart. De huidige studie richt zich op leeftijdsgenoten als onderliggende verklaring en verwacht dat adolescenten met een lage zelfcontrole meer druk ervaren van vrienden wat vervolgens leidt tot delinquentie. Dit onderzoek, zowel cross-sectioneel als longitudinaal uitgevoerd waarbij er is gecontroleerd voor de covariaten, maakte gebruik van SNARE (Social Network Analysis of Risk Behavior in Early adolescence) data, afkomstig van zelfrapportages van 1166 Nederlandse scholieren in de leeftijd van 11 tot 15 jaar (M = 13.06). Uit de resultaten van zowel de cross-sectionele als de longitudinale lineaire regressieanalyses blijkt dat een lage zelfcontrole leidt tot delinquentie en het ervaren van druk van vrienden. Op cross-sectioneel niveau is er een partieel mediatie-effect gevonden van ervaren druk van vrienden. Dit mediatie-effect verviel op longitudinaal niveau, doordat ervaren druk van vrienden niet significant gerelateerd was met delinquentie. De resultaten impliceren dat ervaren druk van vrienden niet de relatie tussen lage zelfcontrole en delinquentie, die in de General Theory of Crime (Gottfredson & Hirschi, 1990) wordt gesteld, kan verklaren.