Populariteit en sociale acceptatie als mogelijke verklaringen voor etnische verschillen in probleemgedrag bij jongeren

Abstract

Er zijn aanwijzingen uit eerder onderzoek dat jongeren afkomstig uit etnische minderheden vaker antisociaal gedrag vertonen en zich vaker eenzaam voelen dan jongeren uit de etnische meerderheid. Daarnaast blijkt uit voornamelijk Amerikaans onderzoek dat de eerste groep vaak minder populair gevonden wordt en minder vaak sociaal geaccepteerd wordt door leeftijdsgenoten. Dit onderzoek onderzocht of het verhoogde niveau van probleemgedrag onder etnische minderheidsjongeren begrepen kan worden vanuit een verlaagd niveau van populariteit en sociale acceptatie. Daarnaast werd onderzocht of populariteit op een andere manier gerelateerd is aan antisociaal gedrag voor etnische minderheden dan voor de etnische meerderheid. Peer sociometrische nominaties zijn verzameld onder 1035 jongeren tussen de 11 en 18 jaar op een school in Nederland. Uit de resultaten bleek dat etnische minderheden volgens leeftijdsgenoten niet meer probleemgedrag vertoonden dan jongeren behorend tot de etnische meerderheid. Bovendien bleken er geen etnische verschillen in populariteit en sociale acceptatie te bestaan. Populaire jongeren bleken wel meer antisociaal gedrag te vertonen en deze relatie bleek sterker voor etnische minderheden met een niet-westerse achtergrond dan voor jongeren uit de etnische meerderheid. In Nederland maken klasgenoten dus blijkbaar geen onderscheid op basis van etniciteit in wie zij populair en aardig vinden en wie volgens hen antisociaal gedrag vertoont.