View Item 
        •   Utrecht University Student Theses Repository Home
        • UU Theses Repository
        • Theses
        • View Item
        •   Utrecht University Student Theses Repository Home
        • UU Theses Repository
        • Theses
        • View Item
        JavaScript is disabled for your browser. Some features of this site may not work without it.

        Browse

        All of UU Student Theses RepositoryBy Issue DateAuthorsTitlesSubjectsThis CollectionBy Issue DateAuthorsTitlesSubjects

        Ik ken, ik ken, wie jij (niet) kent...: Crosslinguïstische invloed op referentiële uitingen van simultaan tweetalig Nederlands-Russische kinderen

        Thumbnail
        View/Open
        Willemse - Ik ken, ik ken, wie jij (niet) kent....pdf (1.776Mb)
        Publication date
        2014
        Author
        Willemse, L.M.I.
        Metadata
        Show full item record
        Summary
        In alle talen wordt onderscheid gemaakt tussen het introduceren van nieuwe personages en het verwijzen naar reeds geïntroduceerde personages. De manier waarop dat gebeurt verschilt per taal en jonge taalverwervers zullen moeten ontdekken hoe het onderscheid in ‘hun’ taal tot uitdrukking wordt gebracht. Een interessante vraag is of dit referentiële onderscheid zich in de verschillende moedertalen van tweetalig opgroeiende kinderen apart ontwikkelt, of dat er invloeden van de manier waarop het onderscheid in de ene taal gemaakt wordt terug te vinden zijn in het referentiële taalgebruik in de andere taal. Tweetaligen blijken in uitgelokte verhalen in het Nederlands, onder invloed van het Russisch waarin nieuwe informatie aan het eind van de zin geplaatst wordt, personages vaker met een verb-subjectwoordvolgorde te introduceren dan eentaligen. In het Russisch gebruiken zij daarvoor, onder invloed van het Nederlands, juist minder frequent de verb-subjectwoordvolgorde en frequenter andere functies en/of woordvolgordes dan subject of object in een subject-verb-, verb-subject-, object-verb- of verb-objectwoordvolgorde. Bij refereren aan een reeds geïntroduceerd personage blijken tweetaligen in het Nederlands minder frequent aanwijzende voornaamwoorden te gebruiken. Tevens gebruiken zij in het Russisch minder frequent de verb-objectwoordvolgorde, en frequenter ‘andere’ woordvolgordes en aanwijzende voornaamwoorden met een zelfstandig naamwoord. Deze bevindingen ondersteunen de theorie dat de talen van tweetaligen elkaar kunnen beïnvloeden. De invloed van de dominante taal op de minder sterk ontwikkelde taal is daarbij groter dan de invloed van de minder sterk ontwikkelde taal op de dominante taal.
        URI
        https://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/17206
        Collections
        • Theses
        Utrecht university logo