Show simple item record

dc.rights.licenseCC-BY-NC-ND
dc.contributor.advisorDoosje, S.
dc.contributor.authorGraaf, N.E. de
dc.date.accessioned2014-07-25T17:00:42Z
dc.date.available2014-07-25T17:00:42Z
dc.date.issued2014
dc.identifier.urihttps://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/17149
dc.description.abstractMartin en collega’s (2003) hebben vier humorstijlen onderscheiden die een positieve of negatieve uitwerking op psychisch welbevinden kunnen hebben. Onderzoek dat gebruik maakte van deze humorstijlen heeft laten zien dat het gebruik van bepaald soort humor invloed kan hebben op het psychische welbevinden (Frewen et al., 2008; Kuiper et al., 2004; Taher et al., 2008). Het huidige onderzoek kijkt naar het verband tussen deze humorstijlen en de mate van psychisch welbevinden, controlerend voor persoonlijkheid (Big Five). Dit onderzoek bestaat uit een kwantitatief en een kwalitatief gedeelte. Er namen 116 mensen (55 mannen en 61 vrouwen) met een gemiddelde leeftijd van 33.7 jaar (SD = 11.5) deel aan het onderzoek. Hierbij is onderscheid gemaakt tussen twee onderzoeksgroepen; humoristen en niet humoristen. Aan het kwantitatieve deel deden 84 niet-humoristen (40 mannen en 44 vrouwen) en 32 humoristen (15 mannen en 17 vrouwen) mee. Voor het kwalitatieve deel zijn 46 (20 mannen en 26 vrouwen) niethumoristen en 19 (11 mannen en 8 vrouwen) humoristen geselecteerd. De resultaten laten niet zien dat er humorstijlen zijn die psychisch welbevinden voorspellen, bij controle op persoonlijkheid. Wel blijkt dat er een positieve relatie te bestaan tussen zelf destructieve humor en depressie bij humoristen, terwijl deze relatie niet bestaat bij niethumoristen. Daarnaast blijkt er een negatieve relatie te bestaan tussen verbindende humor en depressie bij niet-humoristen, terwijl deze relatie niet bestaat bij humoristen. Ten slotte werd er ook een negatieve correlatie gevonden tussen verbindende humor en angst & slapeloosheid bij humoristen. Dit werd niet bij niet humoristen teruggevonden. Delen van de resultaten kunnen dienen als houvast voor vervolgonderzoek. Vervolgonderzoek zou zich op de gevonden correlaties kunnen richten. Humoristen lijken er slechter van af te komen dan niet-humoristen wat psychische gesteldheid betreft afgaande op de humorstijlen die worden ingezet. Vervolgonderzoek zou er goed aan doen zich te richten op het in kaart brengen van factoren die er voor zorgen dat humoristen vatbaarder lijken te zijn voor de negatieve effecten van humorgebruik. Groepen performers kunnen hier in de toekomst baat bij hebben.
dc.description.sponsorshipUtrecht University
dc.format.extent247140
dc.format.mimetypeapplication/pdf
dc.language.isonl
dc.titleDe relatie tussen humorstijlen en psychisch welbevinden in een groep humoristen en een groep niet-humoristen, bij controle op persoonlijkheid (Big Five).
dc.type.contentMaster Thesis
dc.rights.accessrightsOpen Access
dc.subject.keywordsHumor, Humorstijlen, Psychisch welbevinden, Persoonlijkheid
dc.subject.courseuuKlinische en Gezondheidspsychologie


Files in this item

Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record