De Last van het Verleden, Hoe verhield de studentenzuivering zich tot het morele kader van de eerste naoorlogse jaren?
Summary
Deze scriptie behandelt de naoorlogse studentenzuivering: na de oorlog mochten sommige studenten niet terugkeren op de universiteit omdat ze 'fout' waren geweest. Studenten hadden, in tegenstelling tot ambtenaren, geen ‘belangrijke (bestuurlijke) ervaring’ en waren daarom vervangbaar. Ze legden zolang ze studeerden weinig gewicht in de maatschappelijke schaal, maar omdat ze in de toekomst een leidinggevende rol zouden gaan vervullen, werd de studentenzuivering wel serieus genomen. Dit is daarom een interessante casus om te onderzoeken. Het acute belang van een student voor de samenleving heeft namelijk nauwelijks een rol gespeeld in de beoordeling en daarom gunnen de studentenzuiveringsdossiers een unieke blik op de naoorlogse ideeën over ‘goed’ en ‘fout’. Welke criteria werden gehanteerd om studenten te beoordelen? Welke principes lagen hieraan ten grondslag? En welke factoren hadden invloed op de uiteindelijke ‘straf’? In hoofdstuk 1 wordt de naoorlogse zuivering in het algemeen besproken. De ambtenarenzuivering wordt beschreven en in de politieke en maatschappelijke context geplaatst. Hoofdstuk 2 schetst een beeld van de universiteit en de universitaire gemeenschap voor en ten tijde van de bezetting. Hoofdstuk 3 behandelt de formele organisatie van de studentenzuivering: de vorming van de zuiveringscommissies en de officiële criteria en procedure. In hoofdstuk 4 wordt verder uitgezocht hoe de studentzuivering zich in de praktijk ontwikkelde en welke factoren invloed hadden op het beoordelingsproces. Ook wordt de problematiek rond de studentenzuivering geanalyseerd en de gevolgen voor ‘gezuiverde’ studenten. De conclusie geeft ten slotte antwoord op de vraag hoe de studentenzuivering zich verhield tot het morele kader van de eerste naoorlogse jaren.