Het verband tussen de zelfinschatting door leerkrachten en de bij hen geobserveerde differentiatie in het rekenonderwijs
Summary
Het verband is onderzocht tussen de zelfinschatting van leerkrachten en de bij hen geobserveerde differentiatie in het rekenonderwijs. Op basis van een literatuurstudie was de verwachting dat leerkrachten hun eigen differentiatiegedrag vaak niet goed kunnen inschatten. Daarnaast is de invloed van de onderwijservaring en de samenhang tussen de twee aspecten van de zelfinschatting, namelijk de zelfbeoordeling en de zelfeffectiviteit, onderzocht. Van 23 leerkrachten is het differentiatiegedrag in één les gescoord met een systematisch video-observatie instrument. Als maat voor de zelfinschatting is gebruik gemaakt van door de leerkrachten ingevulde vragenlijsten. Uit de analyses bleek er, in overeenstemming met de hypothese, geen sterk verband te bestaan tussen de zelfinschatting en de geobserveerde differentiatie. Eveneens bleken er geen significante verschillen te zijn tussen de groepen op basis van de hoeveelheid onderwijservaring. Wel lijken de resultaten erop te wijzen dat leerkrachten met veel onderwijservaring beschikken over het hoogste niveau van geobserveerde differentiatie. Er was sprake van een matig positieve samenhang tussen de zelfeffectiviteit en de zelfbeoordeling van de differentiatiekennis (r = .61, p < .01, n = 23). De zelfeffectiviteit hing echter niet significant samen met de zelfbeoordeling van het differentiatiegedrag. Geconcludeerd kan worden dat leerkrachten niet voldoende in staat zijn om hun eigen differentiatiegedrag op het gebied van rekenonderwijs, goed in te schatten. Er zal gefocust moeten worden op bewustwording van het eigen gedrag tijdens het lesgeven en het belang van differentiatie. Tevens zullen er handvatten moeten worden aangereikt waarmee leerkrachten hun differentiatietechnieken kunnen verbeteren.