Het beloofde land aan de overkant. Grootschalige overheidsgestuurde emigratie en kolonisatie van Java naar Lampong, 1932-1941
Summary
In de jaren dertig van de twintigste eeuw voerde de overheid van Nederlands-Indië een beleid van transmigratie ofwel 'landbouwkolonisatie'. Javanen werden aangemoedigd hun geboortegrond te verlaten om naar 'het land aan de overkant' te trekken, met name naar het zuidelijke puntje van Sumatra, de residentie Lampong. Het beleid werd gerechtvaardigd in het kader van de overbevolking op Java, maar de emigratiestroom was onbeduidend in verhouding tot de bevolkingstoename op Java. Het gouvernement had dan ook andere motieven voor zijn transmigratiebeleid. Dit onderzoek betoogt dat de 'kolonisatieproeven' een vorm waren van social engineering die getuigen van een projectmatige, experimentele en paternalistische overheidsgeest en een sterk geloof in de maakbaarheid van de samenleving. Een dergelijk overheidsdenken was niet alleen kenmerkend voor de koloniale regering van Nederlands-Indië, maar ook voor vele niet-koloniale overheden, die in de jaren dertig een beleid van interne kolonisering doorvoerden (zoals de inpoldering in Nederland). Deze scriptie onderzoekt de achterliggende motieven voor het landbouwkolonisatiebeleid in Nederlands-Indië aan de hand van een door de overheid uitgegeven bulletin en verschillend propagandistisch foto- en filmmateriaal, waarmee het gouvernement een utopisch beeld van 'het land aan de overkant' wilde creëren.