Games: een bemiddelend ethisch spel

Abstract

Hoofdvraag is: Hoe is een (video)game te begrijpen als een technisch artefact dat bemiddelt in ons moreel handelen?

In het eerste deel kijk ik hoe een game als technisch artefact te begrijpen is. Daarbij zal ik in hoofdstuk 1 kijken naar wat een game nu precies is. Daarna zal ik in hoofdstuk 2 stilstaan bij verschillende vormen van techniek en hoe een game in die zin kan worden begrepen. Hoofdstuk 3 sluit het eerste gedeelte af door in de laatste paragraaf de identiteit van een game vast te stellen. Daarvoor maak ik gebruik van een uitgebreid filosofisch model dat mij in staat stelt nauwkeurig technische artefacten te beschrijven: de aspectenleer van de wijsbegeerte der wetsidee.

In deel twee ga ik in op het ethische aspect van games. Dan blijkt dat er op meerdere fronten uitbreiding nodig is, zowel voor mijn begrip van technische artefacten als voor de plek van ethiek. Hiervoor ga ik te rade bij de Twentse techniekfilosoof Peter-Paul Verbeek. Ook maak ik gebruik van het religiewetenschappelijke model van Birgit Meyer. Zij gebruikt de notie van mediation van artefacten met betrekking tot religie. Op eenzelfde manier hoop ik de verbinding te leggen tussen games en ethiek.

Tot slot volgt een reflectie en conclusie over de bemiddelende rol van games.