Show simple item record

dc.rights.licenseCC-BY-NC-ND
dc.contributor.advisorSmulders, dr W.
dc.contributor.authorLuttikhuisen, M.A.
dc.date.accessioned2014-02-19T18:00:36Z
dc.date.available2014-02-19T18:00:36Z
dc.date.issued2014
dc.identifier.urihttps://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/16160
dc.description.abstractIn deze masterscriptie wordt een onderzoek beschreven naar de vrouwelijke kunstenaarsroman in de Nederlandse literatuur in de negentiende en twintigste eeuw. De stelling is dat deze roman afwijkt van het mannelijke genre van de romantische kunstenaarsroman, op een manier die aan gender gerelateerd is. Ook in de vrouwelijke kunstenaarsroman komt het Faustiaanse dilemma aan de orde van de mens die verlangt naar twee elkaar uitsluitende doelen, oftewel het bekende kunstenaarsdilemma tussen roeping in de kunst en verlangen naar het leven. De vrouwelijke kunstenaar ondervindt daarnaast echter ook een conflict tussen haar ambities in de kunst en haar traditionele vrouwelijke rol van onbaatzuchtige toewijding aan anderen, hetgeen tot gevoelens van schuld en twijfel leidt. Dit innerlijk conflict, een belangrijk thema van de vrouwelijke kunstenaarsroman, staat in dit onderzoek centraal. Binnen de Nederlandse literatuurstudie heeft dit genre tot op heden weinig aandacht gekregen. Uit buitenlands onderzoek van onder andere Stewart (1981) en Huf (1983) blijkt dat alle vrouwelijke kunstenaars met dezelfde genderproblematiek worstelen. Om te bepalen of dit tevens geldt in het Nederlands taalgebied heb ik vanuit dit internationale kader drie Nederlandse vrouwelijke kunstenaarsromans uit drie verschillende periodes geanalyseerd, te weten De bloemschilderes Maria van Oosterwijk van A.L.G. Bosboom-Toussaint (1862), Een coquette vrouw van Carry van Bruggen (1915) en De wetten van Connie Palmen (1991). Ik baseer mij daarbij tevens op de studie van Swinnen (2006), die in haar onderzoek naar de Nederlandse vrouwelijke Bildungsroman een hoofdstuk wijdt aan de vrouwelijke kunstenaarsroman en op het boek De romantische orde (2008) van Maarten Doorman, waarin hij betoogt dat wij nog steeds in de romantiek leven. De conclusie is dat de vrouw zich tot op de dag van vandaag niet kan onttrekken aan de druk van genderstereotyperingen, die haar artistieke creativiteit hinderen. De vrouwelijke kunstenaar wordt altijd eerst beoordeeld op haar vrouwelijkheid, daarna pas op haar kunstenaarschap. In haar roman wordt daarom het cliché van het mannelijk gedefinieerde romantische kunstenaarschap gerelativeerd en geparodieerd. Uit alle drie door mij onderzochte romans komt naar voren dat er ten opzichte van de literaire traditie van de mannelijke kunstenaarsroman een nieuw vrouwelijk ontwikkelingsverhaal wordt geformuleerd. Dit verzet tegen genre- en genderconventies is een aanwijzing dat in de vrouwelijke kunstenaarsroman ook nog steeds van een romantische orde sprake is.
dc.description.sponsorshipUtrecht University
dc.format.extent2662871
dc.format.mimetypeapplication/pdf
dc.language.isonl
dc.titleDubbel dilemma. Een onderzoek naar de vrouwelijke kunstenaarsroman in de Nederlandse literatuur.
dc.type.contentMaster Thesis
dc.rights.accessrightsOpen Access
dc.subject.keywordsromantiek, romantische kunstenaarsroman, vrouwelijke kunstenaarsroman, gender, negentiende eeuw, twintigste eeuw, Faust, Bosboom-Toussaint, Maria van Oosterwijk, Carry van Bruggen, Een coquette vrouw, Connie Palmen, De wetten, feminisme.
dc.subject.courseuuNederlandse taal en cultuur (deeltijd)


Files in this item

Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record