Verschil in vooruitgang wat betreft getalbegrip tussen kinderen in verschillende trainingscondities.
Summary
Getalbegrip wordt in de literatuur omschreven als het vermogen om numerieke eenheden (hoeveelheden) te begrijpen, te verwerken en hieromtrent inschattingen te kunnen maken. Getalbegrip is een goede voorspeller van de latere rekenvaardigheid van kinderen en een onderontwikkeling hiervan kan leiden tot heftige en persistente rekenproblemen. Getalbegrip bestaat uit drie facetten: non-symbolisch getalbegrip, symbolisch getalbegrip en mapping. In dit onderzoek is de effectiviteit van een specifieke training voor getalbegrip bepaald. Hierbij is onderscheid gemaakt tussen twee trainingscondities, te weten een paper-and-pencil conditie (n=28) en een computerconditie (n=28), welke vergeleken zijn met een controleconditie (n=29). Door middel van het uitvoeren van een ANCOVA is gebleken dat de training, evenals de trainingscondities, geen significant effect heeft op de te onderscheiden facetten van getalbegrip en het totale getalbegrip. Een mogelijke verklaring voor dit resultaat is de gebruikte populatie, waarbij zowel sterke als zwakke rekenaars deelnamen aan de trainingen. Verwacht wordt dat zwakke rekenaars meer baat hebben bij de getalbegripstraining. Daarnaast is de invloed van sekse op mapping gemeten. Uit de ANCOVA blijkt dat sekse geen significante invloed heeft op mapping. Aanbevelingen voor toekomstig onderzoek worden gegeven.