Een longitudinale studie naar de bidirectionele relatie tussen sociale status en sociale angst onder adolescenten
Summary
Sociale angst piekt in de adolescentie, in een periode dat adolescenten zich steeds meer bezighouden met wat leeftijdsgenoten van hen vinden. Uit eerder empirisch onderzoek blijkt dat sociale angst samenhangt met sociale status onder klasgenoten, maar tot op heden is nog onduidelijk hoe de relatie tussen beide over langere tijd is. In de huidige studie wordt daarom gekeken naar de longitudinale bidirectionele relatie tussen sociale status en sociale angst. Tevens wordt onderzocht welke modererende rol geslacht in deze relatie speelt. Hierbij is gebruik gemaakt van de dataset van het SNARE-project (Sociale Netwerk Analyse van Risicogedrag in de vroege adolescentie), waarin 1154 Nederlandse adolescenten tussen de 11 en 15 jaar participeerden (M = 13.07). Sociale angst werd gemeten met behulp van zelfrapportage op de Social Phobia Screening Questionnaire, terwijl sociale status, in dit onderzoek gedefinieerd als aardig/ leuk gevonden worden, gemeten werd met behulp van peernominaties van klasgenoten. Lineaire regressieanalyse wees uit dat er in deze studie geen bidirectionele relatie bestond tussen sociale status en sociale angst. Daarnaast bleek geslacht geen moderator te zijn in de bidirectionele relatie tussen sociale status en sociale angst. Implicaties worden besproken.