View Item 
        •   Utrecht University Student Theses Repository Home
        • UU Theses Repository
        • Theses
        • View Item
        •   Utrecht University Student Theses Repository Home
        • UU Theses Repository
        • Theses
        • View Item
        JavaScript is disabled for your browser. Some features of this site may not work without it.

        Browse

        All of UU Student Theses RepositoryBy Issue DateAuthorsTitlesSubjectsThis CollectionBy Issue DateAuthorsTitlesSubjects

        De voordeelgevoeligheid-hypothese getoetst met de relatie tussen ouderlijke positieve disciplinering en prosociaal gedrag bij kleuters

        Thumbnail
        View/Open
        Masterthesis Breddels, PR-3339173 en Hoogendoorn, D-3348784.pdf (252.5Kb)
        Publication date
        2013
        Author
        Breddels, P.R.
        Hoogendoorn, D.
        Metadata
        Show full item record
        Summary
        Sinds het begin van dit millennium is er steeds meer aandacht gekomen voor de positieve ontwikkeling van kinderen. Een recent concept dat hierbij aansluit is de voordeelgevoeligheid-hypothese die ervan uit gaat dat het ene kind meer positieve gevolgen ondervindt van een steunende omgeving dan het andere. Dit is de eerste studie, die uitgaande van deze hypothese in cross-sectioneel onderzoek met 281 ouder-kind paren (90.4% moeders, 51.2% jongens, gemiddelde leeftijd kind = 4.8 jaar, SD = 0.6 jaar, 97.5% Nederlandse afkomst), onderzoekt of er bij kleuters die hoger scoren op de temperamentstrek positief affect en toenadering een sterkere relatie is tussen bekrachtiging van positief gedrag en inductie door ouders en het prosociale gedrag van kleuters (empathie en peerrelaties) dan bij minder gevoelige kinderen. Om onderscheid te maken tussen de voordeelgevoeligheid-hypothese, differentiële ontvankelijkheidhypothese en het kwetsbaarheid-stressmodel wordt negatieve disciplinering (machtsuitoefening) meegenomen in de analyses. De resultaten bieden geen ondersteuning voor de voordeelgevoeligheid-hypothese, noch voor empathie, noch voor peerrelaties. Dit betekent dat temperament van het kind geen modererende rol speelt in de relatie tussen positieve disciplinering en prosociaal gedrag. Verklaringen hiervoor kunnen onder andere worden gezocht in de manier waarop het concept gevoeligheid is gemeten of de leeftijd van de steekproef. Wel blijkt dat ouders die meer positieve disciplinering gebruiken meer empathische kinderen hebben. Gezien het belang van een gunstige sociale ontwikkeling zouden ouders en andere opvoeders zich hier bewust van moeten zijn. Deze studie draagt bij aan de theorievorming omtrent gevoeligheid.
        URI
        https://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/15263
        Collections
        • Theses
        Utrecht university logo