Terugdringen Kamermomenten bij jeugdigen met een LVB
Summary
Achtergrond: Uit eerder onderzoek blijkt dat het terugdringen van vrijheidsbeperkende maatregelen kan leiden tot meer ervaren onrust en handelingsverlegenheid bij groepsopvoeders en tot meer onrust op (behandel)groepen. Dit onderzoek zal nagaan in hoeverre hiervan sprake is binnen een orthopedagogisch expertisecentrum (OEC) als gevolg van het initiatief om de verplichte kamermomenten van jeugdigen met een LVB terug te dringen. Methode: 107 groepsopvoeders hebben een vragenlijst ingevuld over hun tevredenheid over (de invoering van) het initiatief, hun ervaren onrust en handelingsverlegenheid na de invoering ervan. Middels drie soorten databestanden van meldingen van incidenten op de groepen is bekeken of het initiatief heeft geleid tot een verandering in de mate van onrust op de (behandel)groepen. Resultaten: Groepsopvoeders waren overwegend tevreden met de wijze van invoering van het initiatief. Er is meer (ervaren) onrust, maar niet meer handelingsverlegenheid bij de begeleiders en er zijn geen verschillen naar geslacht, opleiding en soort behandelgroep. Er is een negatieve samenhang tussen de mate van tevredenheid en ervaren onrust/handelingsverlegenheid en een positieve samenhang tussen ervaren onrust en handelingsverlegenheid. Er blijkt een significante toename te zijn in onrust op de (behandel)groepen. Conclusie: Het terugdringen van de verplichte kamermomenten werd als overwegend positief gezien, heeft echter wel geleid tot meer (ervaren) onrust, maar niet tot meer handelingsverlegenheid bij groepsopvoeders. De resultaten uit dit onderzoek zal het management niet alleen aanknopingspunten bieden om in te spelen op de huidige situatie, maar ook aanbevelingen geven om de implementatie van toekomstige initiatieven goed te laten verlopen.