View Item 
        •   Utrecht University Student Theses Repository Home
        • UU Theses Repository
        • Theses
        • View Item
        •   Utrecht University Student Theses Repository Home
        • UU Theses Repository
        • Theses
        • View Item
        JavaScript is disabled for your browser. Some features of this site may not work without it.

        Browse

        All of UU Student Theses RepositoryBy Issue DateAuthorsTitlesSubjectsThis CollectionBy Issue DateAuthorsTitlesSubjects

        'Kaaskoppen & kutmarokkanen. Nationale beelden en xenofobie in Nederlandse post-9/11-romans'

        Thumbnail
        View/Open
        Scriptie Mirjam Renting.pdf (564.0Kb)
        Publication date
        2013
        Author
        Renting, M.A.C.
        Metadata
        Show full item record
        Summary
        Vaessens (2009) stelt dat 9/11 een kantelpunt is geweest in de Nederlandse literatuur. In plaats van geïsoleerde literatuur die ver staat van de maatschappij, ontstond de behoefte om geëngageerde literatuur te maken. In de romans van deze zgn. laatpostmodernisten komen actuele thema’s aan bod. In deze thesis worden de constructie van nationale beelden en xenofobie in post-9/11-romans ontleed, om zo het doel van deze thema’s te vinden. Dit wordt gedaan met behulp van de imagologie (Leerssen 2007), op drie niveaus: contextueel, tekstueel en intertekstueel. Een belangrijk onderscheid wordt gemaakt tussen een burgerlijke en etnische nationale identiteit (Smith 1991), aangevuld met een meervoudige en pluralistische nationale identiteit (Hjerm 1998), waarbij een nationale identiteit gebaseerd op etnische gronden meer kans geeft op xenofobie. Rigney (2006) beschrijft drie verschillende doelen van literatuur in de culturele herinnering: conservering, kritiek en verwerking. De onderzochte romans zijn Hajar en Daan (2004) van Robert Anker, Tirza (2006) van Arnon Grunberg en VSV (2012) van Leon de Winter. In alle drie de romans is 9/11 een belangrijke gebeurtenis en wordt de tegenstelling tussen autochtoon en allochtoon gethematiseerd. Een cruciale instantie blijkt de verteller te zijn. In de drie romans zijn zeer uiteenlopende vertelsituaties te vinden. Maar wat ze gemeen hebben, is dat de abstracte auteurs met name hun vertellers gebruiken om hun boodschap weer te geven. Zij zetten nationale beelden neer in de vorm van stereotiepe personages, zo nu en dan aangevuld met vertellerscommentaar. Deze stereotyperingen kunnen een bevestigende functie hebben en daarmee maatschappijkritiek leveren (in VSV) of juist het middel zijn om kritiek te leveren op een zwart-wit maatschappijbeeld (in Hajar en Daan en Tirza). Deze drie literaire werken zijn met recht geëngageerd te noemen, en hebben dan ook allen een kritische functie. Hajar en Daan en VSV bevatten bovendien veel informatie over het huidige politieke en culturele klimaat in Nederland en hebben daarom een conserverende functie.
        URI
        https://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/14883
        Collections
        • Theses
        Utrecht university logo