VoorZorg, naar een meer selectieve interventie voor regionale en etnische subgroepen
Summary
In deze studie is onderzocht in hoeverre de relatie tussen de interventie VoorZorg en de effectiviteit van dit programma wordt gemodereerd door etniciteit en verstedelijking. Het algehele doel is te kunnen concluderen of het VoorZorg programma aangepast dient te worden voor specifieke subgroepen. De steekproef bestond uit negen VoorZorgverpleegkundigen werkzaam in stedelijke- en landelijke gebieden en 460 moeders participerend in een RCT van het VUmc waarvan 237 vrouwen het programma volgden. Uit de kwantitatieve deelstudie bleek dat er geen significant modererend effect is van etniciteit en een matig modererend effect van verstedelijking op de relatie tussen de interventie VoorZorg en de effectiviteit van het programma. Wel werden vanuit de afgenomen interviews uit het kwalitatieve deelstudie verschillen gerapporteerd tussen etnische doelgroepen en de mate van verstedelijking. Deze verschillen hebben met name betrekking op de opvoeding, het sociale netwerk van de moeder, het gebruik maken van sociale welzijnsvoorzieningen en de doelgroep. Het ontbreken van data binnen de bestaande effectstudie is een beperking in huidig onderzoek. Aanbevelingen voor vervolgonderzoek worden besproken.