De effectiviteit van cognitief-linguïstische versus communicatieve therapie op het benoemen
Summary
In de behandeling van afasiepatiënten bestaan er grofweg twee stromingen: cognitief-linguïstische therapie (CLT) en communicatieve therapie. Eerder onderzoek wees uit dat er geen verschil in therapie-effect is op de verbale communicatie. Het doel van dit onderzoek is te onderzoeken of cognitief-linguïstische therapie effectiever is bij de behandeling van het benoemen. Het benoemen is onderzocht door de afnamen van de Boston Naming Test (BNT) te analyseren, die bij het RATS-2 onderzoek zijn afgenomen. De BNT is bij 79 afasiepatiënten afgenomen, drie weken, drie maanden en zes maanden post onset. Na een half jaar CLT of communicatieve therapie, is het effect van de therapie onderzocht door de totale score op de BNT na opleidings- en leeftijdscorrectie te analyseren middels een multilevel analyse. Daarnaast is gekeken of de relatieve afname van een bepaalde foutsoort afhankelijk was van de therapiesoort. Hoewel de CLT-groep hogere resultaten behaalde, werd niet bevestigd dat CLT effectiever is dan communicatie therapie bij het benoemen. Dit betrof zowel de totale BNT-score als de afname van de foutsoorten. De afasie-ernst is bij vrijwel alle analyses in beide groepen de verklarende factor van het herstel.