Emmanuel Levinas en Jean-Paul Sartre over intersubjectiviteit. Vraagtekens bij de opvatting van intersubjectiviteit als een symmetrische relatie.
Summary
In deze scriptie wordt een in de ethiek gangbare opvatting over intersubjectiviteit, de relatie tussen twee subjecten, betwist aan de hand van het werk van de filosofen Emmanuel Levinas en Jean-Paul Sartre. In die opvatting wordt (al dan niet expliciet) intersubjectiviteit beschouwd als een symmetrische relatie, d.w.z. dat de ander geaccepteerd wordt als een gesprekspartner in de ethiek in zoverre hij dezelfde eigenschappen als ikzelf bezit: e.g. rationeel, vrij handelend of in staat tot pijnervaring. Is de ander echter niet wezenlijk anders voor mij, zodat hij niet vanuit mijzelf begrepen kan worden? Beargumenteerd zal worden dat hedendaagse pogingen om intersubjectiviteit meer recht te doen, zoals die van Stephen Darwall, niet slagen. Teruggegrepen zal worden op Emmanuel Levinas’ filosofie van de Ander en diens analyse van het gelaat, waar intersubjectiviteit wel succesvol als asymmetrische relatie wordt geïdentificeerd. Deze filosofie zal getoetst worden aan Sartres fenomenologische ontologie en diens analyse van de blik. Het doel van deze scriptie is om in de vergelijking tussen Levinas’ en Sartres filosofieën een alternatieve benadering voor het denken over intersubjectiviteit als kernconcept van de ethiek te vinden.