Ik zie, ik zie….wat zij laat zien: ‘Zien’ in De wetten, De vriendschap en Lucifer van Connie Palmen
Summary
De romans De wetten (1991), De vriendschap (1995) en Lucifer (2007) van literator en filosoof Connie Palmen zijn alle drie doordrenkt van woorden als zien, blik, beeld, gezicht, visie, inzicht, ogen, kijken, visionair, bekijken, bezien, voorzien, omkijken, staren, uitzien, inzien…
In de drie romans ontwikkelen zich verschillende liefdes- en vriendschapsrelaties en zijn hoofdpersonages op zoek, vooral in die relaties, naar kennis en zelfinzicht. In deze zoektocht naar zelfkennis, speelt het thema ‘zien’ in de vertellingen een essentiële rol.Geluk is niet te koop. Op de keper beschouwd is de prijs altijd dezelfde: inzicht en zelfkennis. Ara vroeg me hoe je dat kreeg, inzicht en zelfkennis. Ik zei haar dat ik meende dat je dat kreeg door na te denken, door je eigen blik niet voor lief te nemen, maar door je af te vragen wat de oorsprong van je blik is, waar je kijk op de dingen en de mensen vandaan komt, door wie en wat je denken en voelen bepaald en beïnvloed zijn. (Palmen 1996: 244)
Dit fragment uit De vriendschap haal ik enerzijds aan om de rol van het zien in de zoektocht naar zelfinzicht te tonen. Palmen verwoordt deze zoektocht binnen de thematiek van het zien: ‘je eigen blik niet voor lief nemen’, ‘wat is de oorsprong van je blik’,’je kijk op dingen en mensen’. De mogelijkheid van samenhang tussen denken, zien en zelfkennis, wordt door Palmen met dit citaat, een gesprek tussen de twee jonge vrouwen Kit en Ara in de roman De vriendschap, sterk gesuggereerd. In dit onderzoek analyseer ik deze roman en daarnaast de romans De wetten en Lucifer op deze mogelijke samenhang.
Anderzijds toont bovenstaande tekstpassage de filosofische inzet van de werken van Palmen. Om hierop een beknopte toelichting te kunnen geven, gebruik ik het onderzoek van Aagje Swinnen die in Het slot ontvlucht. De ‘vrouwelijke’ Bildungsroman in de Nederlandse literatuur onder meer De wetten van Palmen analyseert. Zij geeft aan dat Palmen haar werk ziet als een poststructuralistische vermenging van literatuur en (filosofisch) essay. In mijn onderzoek wordt in de analyse van de drie romans naar de samenhang tussen zien, denken en zelfkennis, de thematisering van het schrijverschap in De wetten, De vriendschap en Lucifer geduid.