View Item 
        •   Utrecht University Student Theses Repository Home
        • UU Theses Repository
        • Theses
        • View Item
        •   Utrecht University Student Theses Repository Home
        • UU Theses Repository
        • Theses
        • View Item
        JavaScript is disabled for your browser. Some features of this site may not work without it.

        Browse

        All of UU Student Theses RepositoryBy Issue DateAuthorsTitlesSubjectsThis CollectionBy Issue DateAuthorsTitlesSubjects

        Het laten draaien van een windmolen; Een onderzoek naar een effectieve samenwerking in de bijzondere context van grootschalige gebiedsontwikkeling door middel van een publiek-privaat-particuliere samenwerking

        Thumbnail
        View/Open
        Scriptie_Het_laten_draaien_van_een_windmolen_Rob_van_Dijk.pdf (2.320Mb)
        Publication date
        2013
        Author
        Dijk, R. van
        Metadata
        Show full item record
        Summary
        Het regioplanproces in de Provincie Flevoland staat voor de grootschalige en complexe opgave om uitvoering te geven aan het beleid ‘opschalen en saneren’. Met de start van het regioplanproces eind 2012 is het doel geformuleerd om door middel van een samenwerking tussen zowel publieke, private en particuliere partijen een deel van de bestaande solitaire windmolens te saneren en nieuwe windmolenparken te realiseren. Deze opgave geen vanzelfsprekendheid. Er hebben ook sinds de inwerktreding van het uitgangspunt opschalen en saneren weinig tot geen ontwikkelingen plaatsgevonden. Een belangrijk product van het regioplanproces is het Regioplan (structuurvisie) die in gezamenlijkheid wordt opgesteld. Met dit Regioplan moeten alle partijen voldoende vertrouwen krijgen dat hun belangen realiseerbaar zijn. Dit vertrouwen is te verkrijgen door een effectieve uitvoeringsstrategie. Dit onderzoek heeft als doel het vinden van een effectieve uitvoeringsstrategie voor het Regioplan dat door alle partijen wordt opgepakt. Om tot een effectieve uitvoeringsstrategie te komen is de situatie van het regioplanproces vanuit verschillende theoretische perspectieven/theorieën benaderd. Om een zo compleet mogelijke benadering te krijgen is als basis de planningdriehoek gebruikt van Spit en Zoete (2009) met de drie elementen context, proces en object. Vanwege de wederzijdse afhankelijkheid tussen publieke en private partijen is voor de context de netwerkgedachte van Manuel Castells gehanteerd. Het proces is vanwege het gezamenlijke interactieve proces benaderd vanuit interactief beleid/planvormingsprocessen. Voor de benadering vanuit het object is gebiedsontwikkeling nieuwe stijl leidend. De vraag was vanuit elke invalshoek dezelfde: welke criteria zijn er voor een effectieve samenwerking? Er valt te constateren dat uit alle verschillende criteria voor een effectieve samenwerking, zowel vanuit de netwerkbenadering als interactief beleid of gebiedsontwikkeling nieuwe stijl, een vijftal hoofdcriteria terugkomen. De hoofdcriteria zijn overlap, rolverdeling, garanties, flexibiliteit en (tussentijdse) resultaten. Deze criteria zijn te interpreteren als indien in het proces op deze elementen mismatches zitten, het proces een grotere kans heeft op verstoringen en daarmee de effectiviteit van de samenwerking afneemt. Bij de belangrijkste partijen rondom het regioplanproces zijn deze criteria voorgelegd door middel van een interview. Uit de criteria kwamen in essentie twee belangrijke constateringen naar voren. Ten eerste dat het regioplanproces niet gebaseerd is op een gezamenlijke doelstelling. De partijen doen mee vanuit verschillende, soms overlappende en soms tegenstrijdige, belangen. Het gevolg hiervan is dat voor het slagen van het proces er van de partijen gevraagd wordt dat zij ook bereid zijn te handelen voor doelen die niet direct in de lijn van hun eigen belang liggen. Toch is essentieel dat alle partijen beseffen dat het regioplanproces bestaat uit meerdere belangen en dat ze allemaal gerealiseerd moeten worden om uiteindelijk ieders eigenbelang te bereiken. De tweede constatering is dat het regioplanproces onder tijdsdruk staat en dat door deze tijdsdruk de urgentie meer aanwezig moet zijn bij de partijen. Zonder de urgentie gaat de kans verloren om met het regioplanproces een integrale kwaliteitsslag te maken. Voor het omgaan met verschillende belangen en de tijdsdruk zijn er vier aanbevelingen voor de uitvoeringsstrategie. Ten eerste moet de uitvoeringsstrategie de nieuwe rollen en de rolverdeling vastleggen, welke verder gaat dan de traditionele rollen en procedures. Ten tweede moet naar voren komen op welke punten de partijen afhankelijk zijn van elkaar. Ten derde moet de uitvoeringsstrategie een gemeenschappelijke stip op de horizon weergeven waarbij alle partijen weten wat hun bijdrage is om dit te bereiken en wat het de partijen uiteindelijk oplevert. Als laatste dient de uitvoeringsstrategie de urgentie qua tijdsdruk en de positieve en negatieve gevolgen, indien het wel of niet lukt om binnen de gegeven planning ook de stappen te zetten, in beeld te brengen. Door verschillende belangen en mate van gevoelde urgentie vraagt een effectieve uitvoeringsstrategie meer dan alleen te noteren wie doet wat en wanneer. Voor het regioplanproces kan gesteld worden dat een effectieve uitvoeringsstrategie ook de waarom vraag in beeld brengt. Door de waarom vraag ontstaat dat partijen zich realiseren dat ze over de eigen grenzen heen moeten kijken om hun eigen doelstellingen te bereiken en dat er deadlines zijn waarbinnen deze unieke kans op een integrale kwaliteitsslag zich voordoet.
        URI
        https://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/14209
        Collections
        • Theses
        Utrecht university logo