De Relatie Tussen Opvoeding, Zelfcontrole en Delinquent Gedrag: Een Toetsing van “a General Theory of Crime” bij Adolescenten.
Summary
In een poging om delinquent gedrag bij adolescenten te verklaren, toetst de huidige studie: “a General Theory of Crime” (Gottfredson & Hirshi, 1990). De relaties tussen opvoeding, zelfcontrole en delinquentie zijn onderzocht met behulp van longitudinale data, afkomstig van 1283 eerste- en tweedejaars scholieren van het middelbaar onderwijs. “A General Theorie of Cime” richt zich specifiek op kinderen tot het tiende levensjaar. Sinds kort zijn er echter empirische aanwijzingen, dat de theorie mogelijk ook geldt voor adolescenten. In plaats van de vier opvoedaspecten zoals getheoretiseerd door Gottfredson en Hirschi (1990), gebruikt deze studie de opvoedaspecten: steun en monitoring. De resultaten uit de huidige studie tonen aan dat ouderlijke steun, ouder monitoring en zelfcontrole niet in relatie staan met delinquent gedrag (als er wordt gecontroleerd voor covariaten). Een tweede bevinding van deze studie is, dat ouderlijke steun positief in relatie staat met zelfcontrole. Ouder monitoring staat daarentegen niet in relatie met zelfcontrole. De discussie bespreekt theoretische en praktische implicaties van deze bevindingen.