De relatie tussen maturity gap en seksuele gemeenschap in de vroege adolescentie: Het mediërend effect van delinquentie
Summary
Moffitt (1993) stelt dat een maturity gap tot risicogedrag leidt. De huidige studie toetste de theorie van Moffitt door te onderzoeken of maturity gap gerelateerd is aan het op een vroege leeftijd hebben van geslachtsgemeenschap en delinquentie. Daarnaast is onderzocht of delinquentie de relatie tussen maturity gap en geslachtsgemeenschap medieert. Het onderzoek maakte gebruik van longitudinale data van het SNARE (Social Network Analysis of Risk behaviour in Early Adolescence) project. De steekproef bestond uit 1258 eerste- en tweedejaars middelbare scholieren (Mleeftijd= 13.05). De variabele maturity gap is meegenomen op het eerste meetmoment, delinquentie op meetmoment twee (drie maanden later) en geslachtsgemeenschap op het derde meetmoment (nog drie maanden later). Geslacht, leeftijd en opleidingsniveau, gemeten op de voormeting zijn in dit onderzoek opgenomen als covariaten. Uit de resultaten blijkt dat het ervaren van een maturity gap geen voorspeller is van geslachtsgemeenschap en delinquentie. Geslachtsgemeenschap werd ook niet voorspeld door de covariaten en delinquentie bleek geen mediërende rol te hebben op de relatie tussen maturity gap en geslachtsgemeenschap. Geconcludeerd kan worden dat de theorie van Moffitt (1993) niet toepasbaar is bij jongeren in de vroege adolescentie. Vervolgonderzoek naar de toepasbaarheid van deze theorie bij jongeren in het midden en late adolescentie is nodig.