De Ontwikkeling van Morele Daadkracht: Het Effect van Persoonlijke Stabiliteit bij Adolescenten op de Transitie van Moreel Inzicht naar Moreel Gedrag
Summary
Moreel gedrag is gerelateerd aan, maar niet volledig verklaarbaar door het niveau van moreel inzicht. Eerdere studies wijzen op het belang van morele identiteit en persoonlijkheidstrekken in deze ontwikkeling. In deze studie werd verwacht dat de mate van persoonlijke stabiliteit bij adolescenten een versterkend moderatie effect heeft op de transitie van moreel inzicht naar morele daadkracht. 697 participanten in de leeftijd van
12 tot 19 jaar (M=15.19,SD=1.43) werden aan de hand Van vragenlijsten gemeten op moreel inzicht (DIT), persoonlijke stabiliteit en morele daadkracht. Persoonlijke stabiliteit werd gemeten met identiteitsintegratie (SCIQ) en een veerkrachtig persoonlijkheidstype (BFI). Morele betrokkenheid (CREQ) En een altruïstische motivatie voor het doen van vrijwilligerswerk (CPBI) vormden samen morele daadkracht. Resultaten wijzen op een versterkend moderatie effect van identiteitsintegratie op de ontwikkeling van moreel inzicht naar een altruïstische motivatie voor het doen van vrijwilligerswerk, als indicatie voor morele daadkracht. Voor de moderator persoonlijkheidstype en de uitkomstvariabele morele
betrokkenheid werden er geen significante relaties gevonden. Deze studie levert een bijdrage aan kennis over het bevorderen van moreel gedrag bij adolescenten.