De revolutionaire val van de Spaanse monarchie in 1931 en de breed verwelkomde Tweede Spaanse Republiek

Abstract

De val van een monarch is een bijzondere gebeurtenis gezien de zeldzaamheid daarvan. Zulke gebeurtenissen worden teweeggebracht door revoluties, zoals gebeurde in de Engelse, Franse en Russische revolutie. In dit essay wordt onderzocht of de val van de Spaanse monarchie in 1931 en de overgang naar een republiek revolutionair was of niet. Veel geleerden zien 1931 als een bijzondere gebeurtenis, maar niet als een revolutie, terwijl in de kranten van die tijd een sterk revolutionair beeld naar voren komt en de termen ‘revolutie’ en ‘revolutionairen’ veelvuldig gebruikt worden. Geleerden zien wel een revolutie in 1936 nadat de burgeroorlog is uitgebroken. Met de revolutietheorie van Charles Tilly tracht dit essay te achterhalen wat er gebeurde in 1931. Alle elementen voor een revolutie zijn aanwezig, maar het ritme van een revolutie ontbreekt. De monarchisten en conservatieven geven zich eigenlijk meteen over en gaan op in de republiek. Hierdoor verplaatst de meervoudige soevereiniteit, een voorwaarde in de theorie van Tilly, zich naar de republiek. Dit gevecht wordt uitgevochten in het democratische stelsel van de republiek, maar de uitkomst van de verkiezingen wordt telkens opnieuw niet gerespecteerd. Als links aan de macht is verzet rechts zich en als rechts de verkiezingen wint, roert links zich. Toen het tijd werd voor consolidatie van de revolutionaire uitkomst, kreeg de republiek te maken met zaken die in de revolutionaire situatie hadden moeten plaatsvinden.