Het verband tussen motorische ontwikkeling en ruimtelijke taalontwikkeling

Abstract

Achtergrond. Verschillende onderzoekers geven aan dat de taalontwikkeling gezien moet worden in de context van het lichaam waarin dit taalsysteem zich ontwikkelt. De motorische ontwikkeling zorgt namelijk voor grote veranderingen in de interactie tussen het kind en de omgeving. Doel. De huidige studie onderzocht de relatie tussen de motorische mijlpalen zelfstandig zitten en kruipen en een specifiek aspect van de taal, namelijk de ruimtelijke taal. Ruimtelijke taal heeft betrekking op woorden en zinnen die objecten plaatsen in de omgeving en handelingen die in deze omgeving plaatsvinden. In het bijzonder werd onderzocht of de leeftijd waarop een kind de motorische mijlpalen zitten en kruipen behaalt, de ruimtelijke taal op de leeftijd van 32 maanden kan voorspellen. Methode. Voor 31 kinderen, waarvan 58,1% meisjes, werden gegevens verzameld over de leeftijd waarop zij de motorische mijlpalen behaalden. Daarnaast werden er testen afgenomen om het niveau van ruimtelijke taal vast te stellen. Resultaten. Uit de uitgevoerde lineaire regressie-analyses kwam naar voren dat de leeftijd waarop de mijlpaal zitten behaald werd, de mate van beheersen van de vier aspecten van ruimtelijke taal, namelijk voorzetsels, werkwoorden, receptieve ruimtelijke taal en productieve ruimtelijke taal, voorspelde op een leeftijd van 32 maanden. Hoe eerder een kind de mijlpaal zitten behaalde, hoe hoger de score op de ruimtelijke taal taken. Echter, de leeftijd waarop de mijlpaal kruipen behaald werd, voorspelde niet de mate van beheersen van de vier aspecten van ruimtelijke taal. Conclusie. Hieruit kan opgemaakt worden dat voornamelijk de mijlpaal zitten van belang is voor het ontwikkelen van ruimtelijke taal. Verder onderzoek is gewenst naar de mijlpaal kruipen.