Een harde g en een tongpunt-r of een zachte g en een huig-r: maakt het iets uit voor NT2-leerders?
Summary
In deze scriptie is onderzocht of (on)geletterdheid van NT2-leerders van invloed is op hun capaciteit om uitspraakvarianten van klanken als hetzelfde foneem te categoriseren. Dit is onderzocht door middel van een afbeeldinggebaseerde woordherkenningstaak, die verspreid is onder zowel analfabete als gealfabetiseerde NT2-leerders met het Syrisch-Arabisch als moedertaal. In dit experiment kregen de participanten afbeeldingen te zien en tegelijkertijd een geluidsfragment van een woord te horen. In de geluidsfragmenten is een onderscheid gemaakt tussen regio Noord en regio Zuid, met een bijbehorend accent. De participanten moesten aangeven of de afbeelding en het woord hetzelfde concept uitdrukten of niet. Uit de resultaten kan de conclusie worden getrokken dat geletterdheid een beperkte doch belangrijke invloed heeft op de categorisatie van uitspraakvarianten van de klanken g en r. Hoewel de beoordelingen van de analfabete NT2-leerders gemiddeld niet significant bleken te verschillen van de beoordelingen van gealfabetiseerde NT2-leerders, waren de gealfabetiseerde leerders beter in staat om de minder bekende (zuidelijke) variant correct te categoriseren dan ongeletterde leerders. Daarnaast is gebleken dat de NT2-leerders meer moeite hadden met de herkenning van het foneem g dan met het foneem r. Dit onderzoek laat zien dat er in het NT2-onderwijs meer focus gelegd kan worden op uitspraakvariatie binnen Nederland, met extra nadruk op de accenten die verder van de NT2-leerder af staan.