Hoe hedde gij da gezeet gehad?
Summary
Er
zijn
in
de
regel
twee
soorten
pronomina
om
een
persoon
aan
te
spreken:
formeel,
u,
en
informeel,
jij
en
je.
Wanneer
naar
het
dialectgebruik
in
Zuidoost-‐Brabant
gekeken
wordt,
komen
daar
nog
twee
informele
bij:
gij
en
ge.
Onderzoek
laat
zien
dat
de
dimensies
status
en
solidariteit
en
de
formaliteit
een
rol
spelen
in
de
keuze
voor
tutoyeren
of
vousvoyeren.
Er
is
steeds
meer
een
neiging
naar
solidariteit
ten
nadele
van
status;
er
wordt
meer
getutoyeerd.
Daarnaast
vindt
er
een
afname
van
dialect
plaats
en
bestaat
er
een
kans
dat
regionale
vormen
langzaamaan
verdwijnen.
Met
behulp
van
een
vragenlijst
is
onderzocht
hoe
39
participanten
van
beide
geslachten,
verschillende
leeftijden
en
woonplaatsen
onbekenden
aanspreken
en
zelf
aangesproken
willen
worden.
Hieruit
blijkt
dat
vrouwen
onbekenden
formeler
benaderen
dan
mannen,
dat
ouderen
jongere
mensen
en
leeftijdsgenoten
tutoyeren,
maar
zelf
graag
met
u
aangesproken
willen
worden.
Jonge
mensen
willen
door
iedereen
graag
getutoyeerd
worden.
Dit
zou
kunnen
komen
door
de
wens
om
jong
te
blijven.
Het
opvallendste
aspect
van
het
onderzoek
is
dat
de
regionale
vormen
erg
weinig
gebruikt
worden,
zowel
in
dorp
als
stad,
dit
kan
een
gevolg
zijn
van
de
verstedelijking.
Gedetailleerder
onderzoek
zou
kunnen
uitwijzen
of
dit
echt
het
geval
is,
aangevuld
met
kwalitatief
onderzoek
in
de
vorm
van
interviews.
Vervolgonderzoek
op
het
gebied
van
de
varianten
van
het
pronomen
van
de
tweede
persoon
enkelvoud
is
interessant
met
betrekking
tot
opleiding
in
relatie
tot
dialect,
maar
ook
op
het
gebied
van
leeftijd
en
de
wens
om
aangesproken
te
worden.