Lingua receptiva tussen verschillende taalvariëteiten in Nederland
Summary
In deze scriptie wordt onderzocht in hoeverre lingua receptiva gebruikt wordt tussen sprekers van verschillende taalvariëteiten in Nederland. Daarnaast wordt de effectiviteit van lingua receptiva tussen taalvariëteiten onderzocht. In Nederland is de norm dat sprekers van verschillende taalvariëteiten communiceren in de gemeenschappelijke standaardtaal. Deze studie onderzoekt of daarvan afgeweken kan worden door gebruik te maken van lingua receptiva. Hiervoor is een gespreksexperiment uitgevoerd naar aanleiding van de doolhoftaak uit Blees, Mak en ten Thije (2014). Sprekers van drie taalvariëteiten (Fries, Limburgs en Standaardnederlands) hebben aan dit experiment deelgenomen. De gesprekken zijn geanalyseerd op LaRa-afwijkingen waarbij geen gebruik werd gemaakt van lingua receptiva. De resultaten lieten LaRa-afwijkingen op lexicaal, fonologisch en morfologisch niveau zien. De lexicale LaRa-afwijkingen konden gezien worden als code-switches en bepaalde fonologische/morfologische LaRa-afwijkingen kunnen geïnterpreteerd worden als convergentie. Daarnaast bleek uit de resultaten dat lingua receptiva niet geheel effectief werkt, maar het wel als effectief ervaren wordt. Daarentegen werd lingua receptiva niet als een prettig communicatiemiddel ervaren. Meer onderzoek naar lingua receptiva is nodig binnen de context van één taalsituatie om uit te wijzen of deze manier van communiceren de norm kan worden in plaats van de uitzondering.