Perceptie van het Zelf in de Indische jeugdliteratuur van S. Franke, 1931-1949
Summary
In deze thesis is aan de hand van de Indische jeugdliteratuur van de hand van S. Franke de blik op het witte, Nederlandse Zelf gericht. Hoe beschrijft S. Franke de Nederlander vanuit de Javaanse protagonist, hoe laat hij de Ander op het Zelf reflecteren, hoe wordt de koloniale machthebber getoond aan de Nederlandse jeugd? De Nederlander komt naar voren in vier archetypes, die samen het Zelf opmaken: een jonge pestkop, die beter zou moeten weten en bijgestuurd kan worden, een onschuldig meisje, teer en schoon, een aardige, behulpzame vrouw, met weinig omhanden en een vaderfiguur, streng doch rechtvaardig. Het Zelf toont zich in de kinderboeken dus op verschillende wijze, als een gezin met meerdere karakters, maar wel een gezin dat op de juiste plek is en ten einde de Javanen helpt en beter maakt. De Nederlandse aanwezigheid wordt, ondanks een enkele kritische noot, als vanzelfsprekend geschetst, ook tijdens de Indonesische onafhankelijkheidsoorlog.