Veiligheid als basis voor zelfbeschikking
Summary
Dit onderzoek gaat over de visies van professionele zorgverleners op de ondersteuning van mensen met een verstandelijke beperking. De theorie die voor het onderzoeken hiervan gebruikt is komt van Tonkens (1996). Zij onderzocht de zorgvisie van zorgorganisaties en onderscheidde drie zorgvisies. De liberale zorgvisie is momenteel het maatschappelijk dominante perspectief. Hierin staan zelfstandigheid en keuzevrijheid centraal. De andere twee zorgvisies zijn de christelijke zorgvisie, met zorgzaamheid en geborgenheid als uitgangspunt, en de humanistische zorgvisie, die gericht is op zelfontplooiing en goede relaties.
Het bestaan van verschillende zorgvisies kan volgens auteurs (Tonkens, 1996; Roovers, 2004) een verwarrende werking hebben voor zowel de zorgvisie van een zorgorganisatie als die van zorgverleners. Omdat wordt verondersteld dat visies invloed hebben op het handelen (Ankeart, 1996; Jansz, 1991) en zorgverleners de laatste decennia meer keuzes zelf maken (Tonkens, 1996; De Veer, Bloemendal, Spreeuwenberg & Francke, 2012) is het van belang om onderzoek naar zorgvisies te doen. Beleidsmedewerkers van een zorgorganisatie vragen zich af hoe zorgverleners denken over de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking en of hierin ook verschillen bestaan. De onderzoeksvraag die bij dit onderzoek centraat staat luidt dan ook: Bestaan er verschillende zorgvisies onder zorgverleners die met mensen met een verstandelijke beperking werken en hoe verhouden deze visies zich met de op schrift gestelde visie van de organisatie?
Uit het onderzoek blijkt dat zowel de zorgvisie van de organisatie als die van haar zorgverleners tweezijdig is. Enerzijds is er de nadruk op christelijke waarden, zoals geborgenheid, bescherming en zorgzaamheid. Dit is volgens zorgverleners de basis van hun dienstverlening, zij voelen zich verantwoordelijk voor het welzijn van hun verstandelijk beperkte cliënten. Anderzijds zijn liberale waarden die de autonomie van mensen met een verstandelijke beperking benadrukken belangrijk. Het gevolg is dat er een spanningsveld tussen beide benaderingen ontstaat, waarbij de zorgzaamheid van verantwoordelijke zorgverleners tegenover autonomie van mensen met een verstandelijke beperking staat. Het positieve effect ervan is dat minder sterke kanten van een bepaalde zorgvisie verzwakt worden. Anderzijds kan het ook onzekerheid tot gevolg hebben, waarbij zorgverleners zich afvragen welk belang het zwaarste weegt: hun verantwoordelijkheid of de zelfbeschikking van de cliënt. Zorgverleners die met verschillende doelgroepen werken benadrukken over het algemeen verschillende accenten in hun visie. Zorgverleners die met mensen met een ernstigere verstandelijke beperking werken richten zich meer op emotioneel aspecten van zorg en hebben meer moeite met het omgaan met het spanningsveld. Zorgverleners die met mensen met een lichte verstandelijke beperkingen werken zijn meer gericht op de autonomie van hun cliënten.